Aanvankelijk stond daar vermoedelijk een andere datum, maar deze is weggelakt en daarvoor in de plaats is 5 september vermeld.
HR, 22-12-2009, nr. 09/03593
ECLI:NL:HR:2009:BK3183
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
22-12-2009
- Zaaknummer
09/03593
- Conclusie
Mr. J. Spier
- LJN
BK3183
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Insolventierecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2009:BK3183, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 22‑12‑2009; (Cassatie)
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2009:BK3183
ECLI:NL:PHR:2009:BK3183, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑11‑2009
Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2009:BK3183
- Wetingang
art. 292 Faillissementswet
- Vindplaatsen
Uitspraak 22‑12‑2009
Inhoudsindicatie
WSNP. Cassatieberoep tegen afwijzing verzoek om toepassing van schuldsaneringsregeling uit te spreken niet ontvankelijk wegens overschrijding van de cassatietermijn van art. 292 lid 5 in verbinding met lid 3 F.
22 december 2009
Eerste Kamer
09/03593
EE/TT
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Verzoekster],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKSTER tot cassatie,
advocaat: mr. P.J.Ph. Dietz de Loos.
Verzoekster tot cassatie zal hierna ook worden aangeduid als [verzoekster].
1. Het geding in feitelijke instanties
Bij vonnis van 7 juli 2009 heeft de rechtbank Almelo het verzoek van [verzoekster] tot toepassing van de schuldsaneringsregeling afgewezen.
Tegen dit vonnis heeft [verzoekster] hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Arnhem.
Bij arrest van 27 augustus 2009 heeft het hof het vonnis van de rechtbank bekrachtigd.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft [verzoekster] beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Spier strekt tot niet-ontvankelijkverklaring van [verzoekster] in het door haar ingestelde cassatieberoep, wat er ten gronde ook zij van ’s hofs arrest en de daartegen gerichte klachten.
3. Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep
Ingevolge art. 292 lid 5 in verbinding met lid 3 F. kan tegen het onder 2 aangeduide arrest beroep in cassatie worden ingesteld binnen acht dagen, te rekenen van de dag van de uitspraak. De cassatietermijn in het onderhavige geval verstreek op 4 september 2009. Het verzoekschrift is op 5 september 2009 ter griffie van de Hoge Raad ingekomen, zodat het cassatieberoep te laat is ingesteld. Verzoekster zal derhalve in haar verzoek niet-ontvankelijk worden verklaard.
4. Beslissing
De Hoge Raad verklaart verzoekster niet-ontvankelijk in haar beroep.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, J.C. van Oven en C.A. Streefkerk, en in het openbaar uitgesproken door de vice-president F.H. Koster op 22 december 2009.
Conclusie 04‑11‑2009
Mr. J. Spier
Partij(en)
Conclusie inzake
[Verzoekster]
1.
De Rechtbank Almelo heeft het verzoek van [verzoekster] om toegelaten te worden tot de schuldsaneringsregeling afgewezen. Het Hof Arnhem heeft dit vonnis bekrachtigd bij arrest van 27 augustus 2009.
2.
Op grond van art. 292 lid 5 jo. lid 3 Fw. bedroeg de cassatietermijn acht dagen. Deze termijn verstreek derhalve op vrijdag 4 september. Dit is geen dag die is aangewezen als een algemeen erkende feestdag in de zin van de Algemene termijnenwet. Namens [verzoekster] is op 5 september 2009 cassatieberoep ingesteld. Dit is gebeurd per brief gedateerd 5 september 2009, bij de griffie van Uw Raad op 7 september 2009 binnengekomen. Daarenboven is het rekest, dat onderaan is gedateerd op 5 september 2009,1. per fax verstuurd. De datum van 5 september 2009 is ook vermeld op de faxregel bovenaan de fax. Dit alles brengt mee dat het rekest één dag te laat is ingediend. [Verzoekster] dient in haar cassatieberoep dan ook niet ontvankelijk te worden verklaard.
Conclusie
Deze conclusie strekt tot niet-ontvankelijkverklaring van [verzoekster] in het door haar ingestelde cassatieberoep, wat er ten gronde ook zij van 's Hofs arrest en de daartegen gerichte klachten.
De Procureur-Generaal bij de Hoge Raad der Nederlanden,
Advocaat-Generaal
Voetnoten
Voetnoten Conclusie 04‑11‑2009