V-N 2021/8.20
Verwijzingshof kende ten onrechte geen proceskostenvergoeding toe voor conclusie van repliek
HR 05-02-2021, ECLI:NL:HR:2021:168, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
5 februari 2021
- Magistraten
Koopman, Fierstra, Cools
- Zaaknummer
20/01353
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS254290:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Bezwaarfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:168, Uitspraak, Hoge Raad, 05‑02‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 05‑02‑2021
- Wetingang
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat Hof Den Haag ten onrechte geen proceskostenvergoeding heeft toegekend voor een door X in de procedure bij Hof Amsterdam ingezonden conclusie van repliek.
Samenvatting
X maakt pro forma bezwaar tegen een naheffingsaanslag parkeerbelasting van de gemeente Amsterdam. De heffingsambtenaar verklaart het bezwaar niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van de gronden. Hof Amsterdam laat die beslissing in stand, maar de Hoge Raad oordeelt in de eerste cassatieprocedure dat die niet-ontvankelijkverklaring mogelijk niet terecht is. Na verwijzing oordeelt Hof Den Haag dat het bezwaar inderdaad ten onrechte niet-ontvankelijk is verklaard. Het verwijzingshof wijst de zaak terug ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.