Aanwijzing rechtsmachtgeschillen bij strafprocedures
Minimaal in verzoek op te nemen informatie aan andere lidstaat
Geldend
Geldend vanaf 15-06-2012
- Bronpublicatie:
05-06-2012, Stcrt. 2012, 11716 (uitgifte: 14-06-2012, regelingnummer: 2012A013)
- Inwerkingtreding
15-06-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-06-2012, Stcrt. 2012, 11716 (uitgifte: 14-06-2012, regelingnummer: 2012A013)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Voorfase
Internationaal strafrecht / Algemeen
De officier van justitie, die in contact wil treden met een bevoegde autoriteit in een andere lidstaat, verstrekt aan deze bevoegde autoriteit in ieder geval de volgende gegevens:
- —
de contactgegevens;
- —
de feiten en omstandigheden die het voorwerp uitmaken van de strafprocedure;
- —
alle relevante identiteitsgegevens van de verdachte en, in voorkomend geval, van slachtoffers;
- —
de stand van de procedure, en
- —
in voorkomend geval, informatie over de voorlopige hechtenis van de verdachte.
Met het oog op de voortgang van het onderzoek, verdient het aanbeveling om in het verzoek aan te geven binnen welke termijn de bevoegde autoriteit van de andere lidstaat kan antwoorden.