Einde inhoudsopgave
Regeling inburgering 2021
Artikel 9.1 Gegevensverstrekking ten behoeve van statistiek, monitoring en evaluatie
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2022
- Bronpublicatie:
13-08-2021, Stcrt. 2021, 38863 (uitgifte: 01-09-2021, regelingnummer: 2021-0000130089)
- Inwerkingtreding
01-01-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-11-2021, Stb. 2021, 586 (uitgifte: 03-12-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met de Wet inburgering 2021 (02-12-2020, Stb. 2021, 38).
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Algemeen
Inburgering (V)
Inburgering / Inburgeringsvoorzieningen
1.
Ten behoeve van de uitvoering van de taak, bedoeld in artikel 39, eerste lid, van de wet, verstrekken de Minister van Justitie en Veiligheid, het college, de Stichting Nuffic, de Stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven en het COA de gegevens, bedoeld in bijlage 7 behorend bij deze regeling, door tussenkomst van het Centraal Bureau voor de Statistiek aan de Minister, waarbij de gegevensverstrekking plaatsvindt op een door de directeur-generaal van de statistiek te bepalen wijze en frequentie.
2.
Ten behoeve van de uitvoering van de taak, bedoeld in artikel 39, eerste lid, van de wet, verstrekt de Minister de gegevens, bedoeld bijlage 7 behorend bij deze regeling, aan het Centraal Bureau voor de Statistiek, waarbij de gegevensverstrekking plaatsvindt op een door de directeur-generaal van de statistiek te bepalen wijze en frequentie.
3.
De Minister ontvangt ten behoeve van monitoring en evaluatie van het CBS in ieder geval gegevens op geaggregeerd niveau over:
- a.
arbeidsparticipatie en deelname aan onderwijs;
- b.
het inburgeringsproces;
- c.
de trajecten die de inburgeraars in het kader van dat proces volgen; en
- d.
de inburgeraar.