TPWS 2019/61
Poging tot diefstal met geweld in woning, art. 312.1 Sr. Beroep op noodweer door verdachte nadat bewoners bij aanhouding verdachte jegens hem geweld hebben gebruikt, art. 41 Sr. Wederrechtelijkheid aanranding bij “burgeraanhouding”?
HR 05-03-2019, ECLI:NL:HR:2019:304
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
5 maart 2019
- Zaaknummer
17/00047
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:304, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 05‑03‑2019
ECLI:NL:PHR:2018:1357, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑12‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑09‑2017
Essentie
Poging tot diefstal met geweld in woning, art. 312.1 Sr. Beroep op noodweer door verdachte nadat bewoners bij aanhouding verdachte jegens hem geweld hebben gebruikt, art. 41 Sr. Wederrechtelijkheid aanranding bij “burgeraanhouding”?
Uitspraak
Aantekening redactie
In het eerste lid van art. 53 Sv is het zogenaamde ‘burgerarrest’ geregeld (“In geval van ontdekking op heeter daad is ieder bevoegd den verdachte aan te houden”). Binnen de grenzen van proportionaliteit en subsidiariteit mag de burger de verdachte in bedwang houden tot de komst van de politie. Worden die grenzen overschreden door overmatig ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.