NJ 1931, p. 1482:Meerdere vernletigingsgronden. Opgave van het feit in de dagv. Eedsaflegging „met gedekten hoofde". Strijd tusschen proces-verbaal en vonnis. Getuigeverklaring.

NJ 1931, p. 1482

Meerdere vernletigingsgronden. Opgave van het feit in de dagv. Eedsaflegging „met gedekten hoofde". Strijd tusschen proces-verbaal en vonnis. Getuigeverklaring.

Documentgegevens:

HR 19-10-1931, ECLI:NL:HR:1931:362, m.nt. Prof. Mr. B.M. Taverne

Instantie: Hoge Raad
Datum: 19 oktober 1931
Magistraten: (Mrs. Taverne, Kranenburg, de Menthon Bake, Fick, Meckmann.)
Zaaknummer: [19101931/NJ_1931,_p._1482]
Conclusie: Mr. Wijnveldt
Noot: Prof. Mr. B.M. Taverne
Folio weergave: Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
JCDI: JCDI:ADS152488:1
Vakgebied(en): Archief (V)
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:1931:362, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑10‑1931
Wetingang: (Sv art. 126, 261, 326, 342, 359.)

Essentie

Meerdere vernletigingsgronden. Opgave van het feit in de dagv. Eedsaflegging „met gedekten hoofde". Strijd tusschen proces-verbaal en vonnis. Getuigeverklaring.

Samenvatting

De omstandigheid, dat de vernietiging van het in eersten aanleg gewezen vonnis ook om een andere reden had kunnen geschieden, kan de juistheid van het bestreden arrest niet aantasten.

De onderhavige telastlegging bevat alle gegevens, die door de wet worden verlangd en de verdachte heeft zich daarop zeer wel kunnen verdedigen.

De eedsaflegging „met gedekten hoofde" is niet daarom een andere wijze van eedsaflegging als aan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.