Einde inhoudsopgave
Wet op het primair onderwijs
Artikel 160 Afspraken voor- en vroegschoolse educatie
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2022
- Redactionele toelichting
Voorheen art. 167.
- Bronpublicatie:
25-02-2021, Stb. 2021, 171 (uitgifte: 07-04-2021, kamerstukken: 35605)
- Inwerkingtreding
01-04-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-03-2022, Stb. 2022, 114 (uitgifte: 16-03-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Primair onderwijs
1.
Het college van burgemeester en wethouders voert ten minste jaarlijks overleg en draagt zorg voor het maken van afspraken over:
- a.
met het oog op een zo groot mogelijke deelname van het aantal kinderen aan voorschoolse educatie:
- 1°
het vaststellen welke kinderen met een risico op een achterstand in de Nederlandse taal in aanmerking komen voor voorschoolse educatie,
- 2°
de wijze waarop die kinderen worden toegeleid naar voorschoolse en vroegschoolse educatie, en
- 3°
de organisatie van een doorlopende leerlijn van voorschoolse naar vroegschoolse educatie, en
- b.
resultaten van vroegschoolse educatie.
2.
Het college van burgemeester en wethouders voert overleg en maakt de afspraken, bedoeld in het eerste lid, met de volgende partijen:
- a.
voor het eerste lid, onderdeel a: met de bevoegde gezagsorganen van scholen en de houders van kindercentra als bedoeld in de Wet kinderopvang in de gemeente,
- b.
voor het eerste lid, onderdeel b: met de bevoegde gezagsorganen van scholen.
Alle partijen werken mee aan de totstandkoming van de afspraken.
3.
Een houder van een kindercentrum verwerkt persoonsgegevens met als doel de bevordering van een goede doorstroom naar het basisonderwijs. De gegevens die een houder van een kindercentrum verplicht overdraagt aan het bevoegd gezag van een basisschool over leerlingen die op de basisschool zijn ingeschreven, zijn het programma van voorschoolse educatie dat een leerling heeft gevolgd en de duur van het programma dat is gevolgd. Houders van kindercentra maken afspraken met de basisscholen binnen een gemeente over de wijze van gegevenslevering. De bewaartermijn voor de overgedragen gegevens is twee jaar nadat het kind het kindercentrum heeft verlaten.