Einde inhoudsopgave
Landsverordening belasting op bedrijfsomzetten [Sint Maarten]
Artikel 1 [Begripsbepalingen]
Geldend
Geldend vanaf 31-05-2012
- Redactionele toelichting
De tekst van dit artikel is gebaseerd op de tekst uit Vakstudie Belastingen van de Koninkrijksdelen buiten Europa.
- Bronpublicatie:
28-03-2012, Afkondigingsblad van Sint Maarten 2012, 14 (uitgifte: 18-04-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
31-05-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-03-2012, Afkondigingsblad van Sint Maarten 2012, 14 (uitgifte: 18-04-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingen overzeese Koninkrijksdelen / Sint Maarten
1.
In deze landsverordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
- a.
Minister: de Minister van Financiën;
- b.
heffingsgebied: het grondgebied van Sint Maarten, bedoeld in artikel 1, van de Staatsregeling;
- c.
bedrijfsomzet: het totaal van de vergoedingen dat een ondernemer ontvangt voor de in het kader van zijn onderneming verrichte leveringen van goederen en diensten;
- d.
ondernemer: een ieder die een bedrijf of beroep zelfstandig uitoefent alsmede een ieder die een vermogensbestanddeel exploiteert om er duurzaam opbrengst uit te verkrijgen;
- e.
goederen: alle lichamelijke zaken, met uitzondering van water, elektriciteit en gas;
- f.
diensten: alle prestaties niet zijnde leveringen van goederen die tegen vergoeding worden verricht;
- g.
vergoeding: al hetgeen ter zake van het leveren van een goed of het verrichten van een dienst wordt ontvangen. Onder vergoeding wordt voorts niet begrepen rente wegens het ter beschikking stellen van gelden.
2.
Onder ondernemer als bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, worden niet verstaan offshore-bedrijven en offshorebanken, voorzover zij offshore-activiteiten verrichten en in het bezit zijn van een ontheffing krachtens de artikelen 9 tot en met 15 van de Landsverordening Deviezenverkeer.
3.
Bij ministeriële beschikking met algemene werking kan worden bepaald, dat publiekrechtelijke lichamen die, anders dan als ondernemer, prestaties verrichten welke uit hun aard ook door ondernemers kunnen worden verricht, met betrekking tot die prestaties als ondernemer worden aangemerkt.
4.
Onder diensten als bedoeld in het eerste lid, onderdeel f, worden niet verstaan de diensten verleend aan lichamen als bedoeld in het tweede lid, die door advocaten, juridische- en belastingadviseurs, administratie- en trustkantoren, accountants, banken en notarissen als zodanig worden verricht.
5.
Indien de vergoeding, bedoeld in het eerste lid, onderdeel g, niet of niet geheel uit een geldsom bestaat, wordt voor het bepalen van de verschuldigde belasting ingevolge deze landsverordening, de totale waarde van de tegenprestatie in het economisch verkeer aangemerkt als de vergoeding.
6.
Indien de vergoeding, bedoeld in het eerste lid, onderdeel g, minder bedraagt dan de waarde in het economisch verkeer van de verrichte levering of verleende dienst, wordt de vergoeding voor het bepalen van de verschuldigde belasting ingevolge deze landsverordening gesteld op de waarde in het economisch verkeer.
7.
De vergoeding voor het bepalen van de verschuldigde belasting ingevolge deze landsverordening wordt ingeval van een levering als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel d, gesteld op het bedrag dat voor de goederen zou worden ontvangen, indien deze op het tijdstip van de levering zouden worden aangeschaft of voortgebracht in de toestand waarin zij zich op dat tijdstip bevinden.