Einde inhoudsopgave
Akte van Genève bij de Overeenkomst van Lissabon betreffende oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen
Artikel 24 Financiën
Geldend
Geldend vanaf 26-02-2020
- Bronpublicatie:
20-05-2015, PbEU 2019, L 271 (uitgifte: 24-10-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
26-02-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-05-2015, PbEU 2019, L 271 (uitgifte: 24-10-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
EU-recht / Marktintegratie
Intellectuele-eigendomsrecht / Europees intellectuele-eigendomsrecht
(1)
[Begroting] De inkomsten en uitgaven van de bijzondere unie worden in de begroting van de Organisatie op een eerlijke en transparante manier weergegeven.
(2)
[Bronnen van financiering van de begroting] De inkomsten van de bijzondere unie worden verkregen uit de volgende bronnen:
- (i)
- (ii)
opbrengsten van de verkoop van, of royalty's op de publicaties van het internationaal bureau;
- (iii)
giften, legaten en subsidies;
- (iv)
huur, opbrengsten uit investeringen en andere, waaronder diverse, inkomsten;
- (v)
bijzondere bijdragen van de overeenkomstsluitende partijen of een andere van de overeenkomstsluitende partijen of begunstigden afkomstige bron, of beide, als en voor zover kwijtingen van de in punten i) tot en met iv) aangegeven bronnen niet volstaan om de kosten te dekken, als besloten door de Algemene Vergadering.
(3)
[Vaststelling van vergoedingen; omvang van de begroting]
- a)
De bedragen van de in lid 2 bedoelde vergoedingen worden door de Algemene Vergadering op voorstel van de directeur-generaal vastgesteld en worden zodanig vastgesteld dat de opbrengsten van de bijzondere unie samen met de uit andere in lid 2 vermelde bronnen afkomstige inkomsten, onder normale omstandigheden, toereikend zijn om de kosten van het internationaal bureau voor het onderhoud van de dienst voor internationale inschrijving te dekken.
- b)
Als het programma en de begroting van de Organisatie niet vóór de aanvang van een nieuwe financieringsperiode zijn vastgesteld, is de machtiging voor de directeur-generaal om over te gaan tot obligaties en betalingen van dezelfde omvang als in de vorige financieringsperiode.
(4)
[Vaststellen van de in lid 2, onder v), bedoelde bijzondere bijdragen] Elke overeenkomstsluitende partij behoort voor het vaststellen van haar bijdrage tot dezelfde klasse als waartoe zij in de context van het Verdrag van Parijs behoort of, indien ze geen overeenkomstsluitende partij van het Verdrag van Parijs is, waartoe ze zou behoren mocht ze een overeenkomstsluitende partij van het Verdrag van Parijs zijn. Intergouvernementele organisaties worden beschouwd als behorend tot bijdrageklasse I (één), tenzij de Algemene Vergadering hierover bij unanimiteit anders heeft beslist. De bijdrage wordt gedeeltelijk verhoogd volgens het aantal inschrijvingen die uit de overeenkomstsluitende partij voortkomen, zoals beslist door de Algemene Vergadering.
(5)
[Operationeel fonds] De bijzondere unie bezit een operationeel fonds, gevormd door voorschotten van elk lid van de bijzondere unie wanneer de bijzondere Unie daartoe besluit. Indien het fonds ontoereikend wordt, kan de Algemene Vergadering over bijstorting beslissen. Het aandeel en de wijze van storting worden door de Algemene Vergadering op voorstel van de directeur-generaal vastgesteld. Mocht de bijzondere unie meer inkomsten dan uitgaven in een boekjaar laten optekenen, dan kunnen de voorschotten van het operationeel fonds op voorstel van de directeur-generaal en na een beslissing van de Algemene Vergadering aan elk lid worden terugbetaald in verhouding tot hun eerste betalingen.
(6)
[Door de gastlidstaat verstrekte voorschotten]
- a)
De zetelovereenkomst, gesloten met de staat op het grondgebied waarvan de Organisatie haar zetel heeft, bepaalt dat, indien het operationeel fonds niet toereikend is, die staat voorschotten verstrekt. Het bedrag van deze voorschotten en de voorwaarden waaronder zij worden verstrekt, vormen telkenmale het onderwerp van afzonderlijke overeenkomsten tussen de betrokken staat en de Organisatie.
- b)
De onder a) bedoelde staat en de Organisatie hebben elk het recht de overeenkomst tot het verstrekken van voorschotten bij schriftelijke kennisgeving op te zeggen. De opzegging wordt drie jaar na afloop van het jaar waarin de kennisgeving is gedaan van kracht.
(7)
[Nazien van rekeningen] Het nazien van de rekeningen wordt op de in het financieel reglement van de Organisatie voorziene wijze verricht door een of meer staten die lid zijn van de bijzondere unie of door externe auditors. Zij worden met hun goedkeuring door de Algemene Vergadering aangewezen.