Einde inhoudsopgave
Burgerlijk Wetboek BES Boek 2
Artikel 140
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Tekstplaatsing van het Burgerlijk Wetboek Boek 2, zoals gewijzigd bij de Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (17-05-2010, Stb. 350) en de Aanpassingsregeling BES-wetten (28-09-2010, Stcrt. 15040). Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 06.00 uur in het Europese deel van Nederland.
- Bronpublicatie:
27-09-2010, Stb. 2010, 494 (uitgifte: 01-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-09-2010, Stb. 2010, 389 (uitgifte: 01-01-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
1.
De raad van commissarissen bestaat uit ten minste drie natuurlijke personen. Is het aantal commissarissen minder dan drie dan neemt het bestuur, of indien het bestuur dit nalaat, de raad van commissarissen onverwijld maatregelen tot aanvulling van zijn ledental door benoeming overeenkomstig artikel 141. Commissarissen mogen direct noch indirect aandelen in de vennootschap of een groepsmaatschappij of daarvan afgeleide rechten hebben.
2.
Tot de taak van de raad van commissarissen behoort in elk geval het houden van toezicht op het bestuur. Bij de vervulling van zijn taak richt de raad zich op het belang van de vennootschap en de daarmee verbonden onderneming. De raad ziet er op toe dat de belangen van minderheidsaandeelhouders en werknemers niet onnodig of onevenredig worden geschaad.
3.
De raad van commissarissen is zonder beperking bevoegd een bestuurder te schorsen. De schorsing vervalt indien de betrokkene niet binnen twee maanden na de dag van schorsing is ontslagen.
4.
De raad van commissarissen stelt na overleg met het bestuur een reglement vast waarin nadere regels worden gesteld ten aanzien van de taakvervulling en de besluitvorming door het bestuur. Bepaalde categorieën van handelingen of besluiten van het bestuur kunnen door dit reglement aan de goedkeuring van de raad van commissarissen worden onderworpen.
5.
De statuten kunnen aanvullende bepalingen omtrent de taak en de bevoegdheden van de raad en van zijn leden bevatten.
6.
Het bestuur verschaft de raad van commissarissen en de individuele commissarissen tijdig de voor de uitoefening van hun taak noodzakelijke of met het oog daarop door de betrokkene verlangde gegevens.
7.
Het bepaalde bij de artikelen 9, 14 en 16 vindt overeenkomstige toepassing ten aanzien van commissarissen.