HR, 25-11-2014, nr. 14/00860
ECLI:NL:HR:2014:3418
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
25-11-2014
- Zaaknummer
14/00860
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2014:3418, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 25‑11‑2014; (Cassatie)
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:2167, Gevolgd
ECLI:NL:PHR:2014:2167, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑09‑2014
Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2014:3418, Gevolgd
- Vindplaatsen
SR-Updates.nl 2014-0479
Uitspraak 25‑11‑2014
Inhoudsindicatie
Profijtontneming. Betrokkene n-o in cassatieberoep, nu niet tijdig door een raadsman een schriftuur houdende middelen van cassatie is ingediend.
Partij(en)
25 november 2014
Strafkamer
nr. 14/00860
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 3 december 2013, nummer 21/004586-13, op een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ten laste van:
[betrokkene] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1994.
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de betrokkene. Middelen van cassatie zijn namens deze niet voorgesteld.
De Advocaat-Generaal F.W. Bleichrodt heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van de betrokkene in het beroep.
2. Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep
Nu de betrokkene niet binnen de bij de wet gestelde termijn bij de Hoge Raad door een raadsman een schriftuur houdende middelen van cassatie heeft doen indienen, is niet in acht genomen het voorschrift van art. 437, tweede lid, in verbinding met art. 511h van het Wetboek van Strafvordering, zodat de betrokkene in het beroep niet kan worden ontvangen.
3. Beslissing
De Hoge Raad verklaart de betrokkene niet-ontvankelijk in het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en H.A.G. Splinter-van Kan, in bijzijn van de waarnemend griffier J.D.M. Hart, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 25 november 2014.
Conclusie 30‑09‑2014
Inhoudsindicatie
Profijtontneming. Betrokkene n-o in cassatieberoep, nu niet tijdig door een raadsman een schriftuur houdende middelen van cassatie is ingediend.
Nr. 14/00860 P Zitting: 30 september 2014 | Mr. Bleichrodt Conclusie inzake: [betrokkene] |
1. Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, locatie Arnhem, heeft bij uitspraak van 3 december 2013 het bedrag waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel wordt geschat vastgesteld op € 184.145,69 en aan de betrokkene de verplichting tot betaling aan de Staat van datzelfde bedrag opgelegd.
2. Deze zaak hangt samen met de zaken tegen [betrokkene 1] (13/06219 P en 13/06220), [betrokkene 2] (13/06283 en 13/06286 P), [betrokkene 3] (13/06289 en 14/00850 P) en [betrokkene 5] (14/00855 P), in welke zaken ik ook vandaag concludeer.
3. Namens de betrokkene is op 13 december 2013 beroep in cassatie ingesteld. De aanzegging ingevolge art. 435, eerste lid, Sv is op 5 maart 2014 betekend. Art. 437, tweede lid, Sv schrijft voor dat, op straffe van niet-ontvankelijkheid, binnen twee maanden na betekening van de aanzegging als bedoeld in art. 435, eerste lid, Sv, door een raadsman een schriftuur houdende middelen wordt ingediend. Binnen de termijn als bedoeld in art. 437, tweede lid, Sv is geen schriftuur houdende middelen bij de Hoge Raad binnengekomen, zodat de betrokkene niet-ontvankelijk moet worden verklaard in het ingestelde cassatieberoep.
4. Deze conclusie strekt tot niet-ontvankelijkverklaring van de betrokkene in het beroep in cassatie.
De Procureur-Generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden
AG