NJB 2021/2075
Eigen waarneming van de rechter als bewijsmiddel, art. 340 Sv: toepassing van HR 24 september 2019, ECLI:NL:HR:2019:1414. Onjuist is de opvatting dat de rechter bij zijn beoordeling van de zaak in geen geval acht mag slaan op zijn eigen waarneming, gedaan buiten het verband van de terechtzitting. De overwegingen in voormeld arrest zien alleen op gevallen waarin de eigen waarneming van de rechter wordt gebruikt als bewijsmiddel. Het hof heeft zijn eigen waarneming van de camerabeelden in dit geval echter niet voor het bewijs gebruikt, maar heeft bij de beoordeling van de betrouwbaarheid van het als bewijsmiddel gebruikte proces-verbaal van bevindingen zijn eigen waarneming van de camerabeelden in zijn overwegingen betrokken. Dit was toelaatbaar, mede in aanmerking genomen dat de verdediging over de camerabeelden beschikte en dat de inhoud daarvan ter terechtzitting in hoger beroep is besproken. Het ‘opschudding veroorzaken’, art. 185 Sr: onjuist is de opvatting dat alleen sprake kan zijn van ‘opschudding veroorzaken’ indien de openbare orde wordt verstoord. In casu kon het hof oordelen dat de verdachte ‘opschudding heeft veroorzaakt’, onder meer erop gelet dat de verdachte zich tijdens de aanhouding van zijn broers door de politie heeft opgehouden in de directe omgeving van de desbetreffende politieagenten, met zijn mobiele telefoon filmopnamen heeft gemaakt van die aanhouding, de politieagenten hem meerdere malen te kennen hebben gegeven dat hij weg moest gaan en afstand moest houden, de verdachte daaraan geen gevolg heeft gegeven maar heeft geprobeerd tussen de agenten door te lopen en heel dicht op een agent is gaan staan en hem beledigende woorden heeft toegevoegd en hij aldus deze agent heeft belemmerd normaal zijn werkzaamheden uit te voeren.
HR 29-06-2021, ECLI:NL:HR:2021:1025
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
29 juni 2021
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, A.E.M. Röttgering, C. Caminada
- Zaaknummer
18/04473
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1025, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 29‑06‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:249, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑03‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑11‑2020
- Wetingang
(art. 185 Sr)
Essentie
Eigen waarneming van de rechter als bewijsmiddel, art. 340 Sv: toepassing van HR 24 september 2019, ECLI:NL:HR:2019:1414. Onjuist is de opvatting dat de rechter bij zijn beoordeling van de zaak in geen geval acht mag slaan op zijn eigen waarneming, gedaan buiten het verband van de terechtzitting. De overwegingen in voormeld arrest zien alleen op gevallen waarin de eigen waarneming van de rechter wordt gebruikt als bewijsmiddel. Het hof heeft zijn eigen waarneming van de camerabeelden in dit geval echter niet voor het bewijs gebruikt, maar heeft bij de beoordeling van de betrouwbaarheid van het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.