V-N 2018/31.21
Verhuurderheffing bij mede-eigendom in strijd met discriminatieverbod
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 juni 2018
- Magistraten
Overgaauw, Van Loon, Zuurmond, Van Kalmthout, Van Hilten
- Zaaknummer
16/04098
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS630777:1
- Vakgebied(en)
Verhuurderheffing (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:846, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑06‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑12‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:1374, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑12‑2016
- Wetingang
art. 4 Wet maatregelen woningmarkt 2014 II
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat de verhuurderheffing in situaties van mede-eigendom in strijd is met het discriminatieverbod.
Samenvatting
Belanghebbende, X, is met twee broers voor gelijke delen mede-eigenaar van 13 gereguleerde huurwoningen. De WOZ-beschikkingen voor alle 13 woningen zijn aan X bekendgemaakt, waardoor hij belastingplichtig is voor de verhuurderheffing. X voldoet voor 2013 een bedrag van € 77 aan verhuurderheffing, maar komt daartegen in bezwaar en beroep.
De Hoge Raad oordeelt dat de verhuurderheffing in situaties van mede-eigendom in strijd is met het discriminatieverbod. X heeft WOZ-beschikkingen ontvangen voor een aantal woningen waarvan hij mede-eigenaar is. Hij wordt ...