Einde inhoudsopgave
Algemene landsverordening belastingen [Aruba]
Artikel 59 [Vergrijpboeten aangiftebelastingen]
Geldend
Geldend vanaf 01-03-2004
- Redactionele toelichting
De tekst van dit artikel, zoals deze luidde op 01-03-2004 is overgenomen uit Vakstudie Belastingen van de Koninkrijksdelen buiten Europa.
- Bronpublicatie:
28-02-2004, Afkondigingsblad van Aruba 2004, 10 (uitgifte: 01-01-2004, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-03-2004
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-01-2004, Afkondigingsblad van Aruba 2004, 12 (uitgifte: 01-01-2004, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingen overzeese Koninkrijksdelen / Aruba
1.
Indien het aan opzet of grove schuld van de belastingplichtige of de inhoudingsplichtige is te wijten dat belasting die op aangifte moet worden voldaan of afgedragen, niet, gedeeltelijk niet, dan wel niet binnen de in een belastingverordening gestelde termijn is betaald, vormt dit een vergrijp ter zake waarvan de Inspecteur hem een boete kan opleggen van ten hoogste 100% van de in het tweede lid omschreven grondslag voor de boete.
2.
De grondslag voor de boete wordt gevormd door het bedrag van de belasting, dat niet of niet tijdig is betaald, voor zover dat bedrag als gevolg van de opzet of de grove schuld van de belastingplichtige of de inhoudingsplichtige niet of niet tijdig is betaald.
3.
Bij niet of gedeeltelijk niet betalen legt de Inspecteur de boete op, gelijktijdig met de vaststelling van de naheffingsaanslag.
4.
De bevoegdheid tot het opleggen van de boete wegens niet tijdig betalen vervalt door verloop van vijf jaren na het einde van het kalenderjaar waarin de belastingschuld is ontstaan.