BA 2018/10
Bestuursdwang op grond van Opiumwet, uitleg van “daartoe aanwezig”, ingrijpende gevolgen voor recht op privéleven en woning; Damoclesbeleid; ‘criminal charge’
ABRvS 29-11-2017, ECLI:NL:RVS:2017:3251
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
29 november 2017
- Zaaknummer
201606204/1/A3
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
Bestuursrecht algemeen / Bestuursbevoegdheden
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2017:3251, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 29‑11‑2017
- Wetingang
Art. 4:84, 5:21, 7:12 lid 1 en 8:113 lid 2 Algemene wet bestuursrecht (Awb); art. 13b lid 1 Opiumwet; art. 6 lid 1 en art. 8 lid 1 en 2 Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM)
Essentie
Bestuursdwang op grond van Opiumwet, uitleg van “daartoe aanwezig”, ingrijpende gevolgen voor recht op privéleven en woning; Damoclesbeleid; ‘criminal charge’
Samenvatting
Er bestaat geen aanleiding om terug te komen van de in de uitspraak ABRvS 11 december 2013 vervatte jurisprudentielijn dat art. 13b lid 1 Opiumwet niet slechts van toepassing is indien in een pand drugs aanwezig zijn die in of vanuit het pand zullen worden verkocht, maar ook indien in een pand drugs aanwezig zijn die elders zijn of zullen worden verkocht. Gezien de woorden “daartoe aanwezig” moeten de drugs met een bepaalde bestemming aanwezig ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.