Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) Nr. 1497/2007 tot vaststelling, ingevolge Verordening (EG) Nr. 842/2006 van het Europees Parlement en de Raad, van basisvoorschriften inzake controle op lekkage van stationaire brandbeveiligingssystemen die bepaalde gefluoreerde broeikasgassen bevatten
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 08-01-2008
- Bronpublicatie:
18-12-2007, PbEU 2007, L 333 (uitgifte: 19-12-2007, regelingnummer: 1497/2007)
- Inwerkingtreding
08-01-2008
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-12-2007, PbEU 2007, L 333 (uitgifte: 19-12-2007, regelingnummer: 1497/2007)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Lucht
Milieurecht / Bijzondere onderwerpen
(Voor de EER relevante tekst)
Verordening van de Commissie van 18 december 2007 tot vaststelling, ingevolge Verordening (EG) Nr. 842/2006 van het Europees Parlement en de Raad, van basisvoorschriften inzake controle op lekkage van stationaire brandbeveiligingssystemen die bepaalde gefluoreerde broeikasgassen bevatten
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 842/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2006 inzake bepaalde gefluoreerde broeikasgassen (1), en met name op artikel 3, lid 7,
Overwegende hetgeen volgt:
- (1)
In het geval van brandbeveiligingssystemen die meerdere onderling verbonden reservoirs omvatten en die met het oog op een specifiek brandrisico in een welomschreven ruimte zijn geïnstalleerd, dient de vulling met gefluoreerde broeikasgassen te worden berekend op basis van de totale vulling van die reservoirs, teneinde te garanderen dat de frequentie van de controles op de reële vulling met gefluoreerde broeikasgassen is afgestemd.
- (2)
Krachtens Verordening (EG) nr. 842/2006 dienen de registers van brandbeveiligingssystemen bepaalde informatie te bevatten. Om een doeltreffende uitvoering van Verordening (EG) nr. 842/2006 te garanderen, is het dienstig te bepalen dat in de registers van deze systemen aanvullende informatie wordt opgenomen.
- (3)
In de registers van deze systemen dient informatie over de vulling met gefluoreerd broeikasgas te worden opgenomen. Indien niet bekend is hoeveel de vulling met gefluoreerd broeikasgas bedraagt, dient de exploitant van het brandbeveiligingssysteem in kwestie ervoor te zorgen dat die vulling door een gekwalificeerd persoon wordt bepaald zodat de controle op lekkage wordt vergemakkelijkt.
- (4)
Alvorens de controle op lekkage plaatsvindt, dient een gekwalificeerd persoon de in het register van het systeem opgenomen informatie zorgvuldig door te nemen om eventuele problemen die zich eerder hebben voorgedaan vast te stellen en de voorgaande verslagen te raadplegen.
- (5)
Teneinde een efficiënt toezicht op lekkage te garanderen, dienen de controles op lekkage te worden toegespitst op de onderdelen van het brandbeveiligingssysteem waar lekken het waarschijnlijkst zijn.
- (6)
Als er een vermoeden van lekkage bestaat, dient een controle plaats te vinden om het lek op te sporen en te repareren.
- (7)
Bij een onjuiste installatie van nieuwe systemen bestaat een aanzienlijk risico op lekkage. Daarom dienen pas geïnstalleerde systemen onmiddellijk nadat zij in bedrijf zijn genomen, op lekkage te worden gecontroleerd.
- (8)
Teneinde de deugdelijkheid van de reparaties aan het systeem te garanderen, dient bij de vervolgcontrole waarin Verordening (EG) nr. 842/2006 voorziet, de aandacht te worden toegespitst op de onderdelen van het systeem waar de lekkage was vastgesteld en op de naburige onderdelen.
- (9)
De maatregelen van deze verordening zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 18, lid 1, van Verordening (EG) nr. 2037/2000 van het Europees Parlement en de Raad opgerichte comité (2),
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: