Einde inhoudsopgave
Regeling op het specifiek cultuurbeleid
Artikel 2.9 Weigeringsgronden
Geldend
Geldend vanaf 12-11-2019
- Bronpublicatie:
30-10-2019, Stcrt. 2019, 61036 (uitgifte: 11-11-2019, regelingnummer: 17644318)
- Inwerkingtreding
12-11-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-10-2019, Stcrt. 2019, 61036 (uitgifte: 11-11-2019, regelingnummer: 17644318)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
1.
De subsidieverlening wordt geweigerd voor zover de minister van oordeel is dat het verstrekken daarvan het door hem openbaar gemaakte cultuurbeleid, mede gelet op de beschikbare financiële middelen, niet of onvoldoende ondersteunt.
2.
Onverminderd artikel 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht wordt de subsidieverlening voorts in ieder geval geweigerd voor zover:
- a.
naar het oordeel van de minister mag worden verwacht dat de met subsidieverlening beoogde doeleinden niet zullen worden bereikt; of
- b.
de aanvrager naar het oordeel van de minister de behoefte aan subsidie niet heeft aangetoond.
3.
Subsidie wordt niet verstrekt voor een subsidiebedrag dat minder dan € 125.000 bedraagt.