RN 2013/56
Werkloosheidswet. Wanneer is er in familieverband sprake van directeur-grootaandeelhouder voor werknemersverzekeringen?
HR 22-03-2013, ECLI:NL:HR:2013:BY9295
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 maart 2013
- Magistraten
Mrs. C. Schaap, M.W.C. Feteris, P.M.F. van Loon, R.J. Koopman, Th. Groeneveld
- Zaaknummer
12/02909
- Conclusie
A-G mr. P.J. Wattel
- LJN
BY9295
- JCDI
JCDI:ADS913965:1
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
Sociale zekerheid algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:BY9295, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑03‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑03‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:BY9295, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑12‑2012
- Wetingang
Art. 3, 6 lid 1 en lid 4 WW; art. 2 lid 1 sub d Regeling aanwijzing directeur-grootaandeelhouder
Essentie
Werkloosheidswet. Directeur-grootaandeelhouder.
Wanneer is er in familieverband sprake van directeur-grootaandeelhouder voor werknemersverzekeringen?
Samenvatting
De statutair bestuurder van een BV hield 48% van de aandelen in een BV. Zijn bloed- en aanverwanten tot in de derde graad hielden steeds 26% van de aandelen. In 2009 heeft de algemene vergadering van de BV de bestuurder ontslag verleend. De inmiddels voormalig bestuurder vraagt daarop een uitkering krachtens de Werkloosheidswet (WW) aan. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) wijst deze aanvraag af omdat dat de voormalige bestuurder directeur-grootaandeelhouder (DGA) was in de zin van art. 2(1)(d) van de Regeling aanwijzing directeur-grootaandeelhouder ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.