Einde inhoudsopgave
Resolutie voorziening voor verlate WIR knippers
Tekst
Geldend
Geldend vanaf 23-12-1993
- Bronpublicatie:
23-12-1993, Financiën 1993, 000 (uitgifte: 23-12-1993, regelingnummer: DB93/4911M)
- Inwerkingtreding
23-12-1993
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-12-1993, Financiën 1993, 000 (uitgifte: 23-12-1993, regelingnummer: DB93/4911M)
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen (V)
I. Inleiding
1.1
De Wet Temporisering van de uitbetaling van de investeringsbijdragen en beëindiging op termijn van die bijdragen (hierna: Wet WIR knip) voorzag in een melding voor ondernemers die op 1 juli 1990 nog meer dan ƒ 150.000,‒ onverrekende investeringsbijdragen hadden. Het door de Belastingdienst aan alle ondernemers verstuurde meldingsformulier moest uiterlijk 9 september 1991 zijn ontvangen door de inspecteur. De Wet WIR knip bepaalt dat belastingplichtigen die hun formulier niet of niet tijdig retour-neerden[lees: retourneerden] nog slechts beperkt in aanmerking komen voor verrekening van investeringsbijdragen.
1.2
Aan mij zijn enkele verzoeken voorgelegd om het treffen van een voorziening, in verband met de Wet WIR knip.
De verzoeken hebben betrekking op de situatie waarin er, om verschillende redenen, niet of te laat is voldaan aan de melding. Het gevolg daarvan is dat van de op 1 juli 1990 nog niet verrekende investeringsbijdragen nog maximaal ƒ 150.000,— verrekend kan worden. Er vindt een zogenoemde ‘aftopping’ plaats. De verzoekers wensen als ‘knipper’ aangemerkt te worden als gevolg waarvan hun totale bedrag aan onverrekende investeringsbijdragen voor verrekening in aanmerking komt, maar wel getemporiseerd wordt uitbetaald.
2. Verzoeken van belastingplichtigen met betrekking tot de meldingsverplichting van de Wet WIR knip
2.1
De Wet WIR knip kan worden gekenschetst als een regeling van gespreide betaling. De wetgever heeft niet bedoeld met de Wet WIR knip (WIR-) vorderingen van belastingplichtigen te verminderen met (zeer) grote bedragen.
2.2
Het doel van de meldingsprocedure was het verstrekken van informatie aan de inspecteur voor een goede uitvoering van de wet. Het is echter gebleken dat de meldingsprocedure ook tot onbedoelde resultaten heeft geleid.
2.3
Gezien de bedoeling van de wetgever keur ik goed dat de inspecteurs een belastingplichtige na een daartoe gedaan schriftelijk verzoek alsnog behandelen alsof die belastingplichtige zich tijdig heeft gemeld als bedoeld in de Wet WIR knip.
2.3.1
Aan de hierboven genoemde goedkeuring verbind ik de volgende voorwaarden:
- 1.
Het hiervoor bedoelde schriftelijke verzoek dient uiterlijk 1 maart 1994 bij de inspecteur te zijn bezorgd.
- 2.
De belastingplichtige verklaart zich in het schriftelijke verzoek akkoord met eventuele navorderingsaanslagen die voortvloeien uit deze goedkeuring.