Einde inhoudsopgave
Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
Artikel 9.39 Geschillencommissie medezeggenschap
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2020
- Bronpublicatie:
12-02-2020, Stb. 2020, 76 (uitgifte: 04-03-2020, kamerstukken: 35320)
- Inwerkingtreding
01-04-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-03-2020, Stb. 2020, 98 (uitgifte: 23-03-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
1.
Er is een geschillencommissie medezeggenschap hoger onderwijs die bestaat uit drie leden, onder wie een voorzitter, en drie plaatsvervangende leden.
2.
Onze Minister benoemt de leden en plaatsvervangende leden voor vier jaar. Zij zijn een keer herbenoembaar.
3.
Voor de benoeming, bedoeld in het tweede lid, dragen de gezamenlijke instellingen en vertegenwoordigers van de medezeggenschapsorganen elk een lid en een plaatsvervangend lid voor. Die twee leden dragen een derde lid, tevens voorzitter, en diens plaatsvervanger voor.
4.
De leden functioneren zonder last of ruggespraak.