NJB 2020/2984
Toepasselijkheid in ontnemingsprocedure van art. 6 lid 3, aanhef en onder d, EVRM: ingevolge deze bepaling heeft de verdediging aanspraak op een behoorlijke en effectieve mogelijkheid om getuigen in enig stadium van het geding te (doen) ondervragen. De omstandigheid dat de verdediging, ondanks het nodige initiatief daartoe, geen gebruik heeft kunnen maken van die mogelijkheid, staat niet eraan in de weg dat een door een getuige afgelegde verklaring voor het bewijs wordt gebruikt, mits is voldaan aan de eisen van een eerlijk proces. Dit is ook van betekenis in de ontnemingsprocedure indien en voor zover een in het verband van de ontnemingsprocedure te nemen beslissing inhoudt dat de betrokkene zelf een concreet aangeduid strafbaar feit heeft begaan. In casu faalt het cassatiemiddel omdat de verdediging in de ontnemingszaak niet het verzoek heeft gedaan betrokkene als getuige te horen, en in hoger beroep evenmin het verweer is gevoerd dat de verdediging geen behoorlijke en effectieve mogelijkheid heeft gehad om die betrokkene te ondervragen
HR 24-11-2020, ECLI:NL:HR:2020:1872
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
24 november 2020
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, M.J. Borgers, M. Kuijer
- Zaaknummer
19/02118
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1872, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 24‑11‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:1115, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑10‑2020
- Wetingang
(art. 6 EVRM)
Essentie
Toepasselijkheid in ontnemingsprocedure van art. 6 lid 3, aanhef en onder d, EVRM: ingevolge deze bepaling heeft de verdediging aanspraak op een behoorlijke en effectieve mogelijkheid om getuigen in enig stadium van het geding te (doen) ondervragen. De omstandigheid dat de verdediging, ondanks het nodige initiatief daartoe, geen gebruik heeft kunnen maken van die mogelijkheid, staat niet eraan in de weg dat een door een getuige afgelegde verklaring voor het bewijs wordt gebruikt, mits is voldaan aan de eisen van een eerlijk proces. Dit is ook van betekenis in de ontnemingsprocedure indien en voor zover een in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.