BNB 2020/48
Navorderen rechten bij invoer ter zake van onder werking CDW ontstane douaneschuld. Opschorting verjaringstermijn in verband met horen douaneschuldenaar. Prejudiciële vragen
HR 24-01-2020, ECLI:NL:HR:2020:111, m.nt. G.J. van Slooten
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
24 januari 2020
- Magistraten
Mrs. Koopman, Punt, Fierstra, Van Kalmthout, Van Hilten
- Zaaknummer
18/01495
- Conclusie
A-G Ettema
- Noot
G.J. van Slooten
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS193090:1
- Vakgebied(en)
Douane (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:111, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑01‑2020
ECLI:NL:PHR:2019:187, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 28‑02‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 25‑08‑2018
- Wetingang
Unierechtelijk rechtszekerheids-, vertrouwens-, en verdedigingsbeginsel; Art. 221 lid 3 CDW; art. 103 lid 3 en art. 124 lid 1 onderdeel a DWU
Essentie
Navorderen rechten bij invoer ter zake van onder werking CDW ontstane douaneschuld. Opschorting verjaringstermijn in verband met horen douaneschuldenaar. Prejudiciële vragen
Samenvatting
Belanghebbende heeft op 4 juli 2013 aangifte gedaan voor het in het vrije verkeer brengen van een partij porseleingoed. Op verzoek van belanghebbende zijn de goederen met toepassing van een preferentieel tarief van douanerechten van 0 procent in het vrije verkeer gebracht. De Inspecteur heeft belanghebbende op 1 juni 2016 schriftelijk medegedeeld dat het porseleingoed volgens hem met toepassing van het normale tarief van 12 procent in het vrije verkeer had moeten worden gebracht en dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.