JWB 2002/39
Onrechtmatige daad, beroepsfout, verjaring, stuiting, onderhandeling
HR 01-02-2002, ECLI:NL:PHR:2002:AD5811
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
1 februari 2002
- Zaaknummer
C00/108HR
- LJN
AD5811
- Vakgebied(en)
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2002:AD5811, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 01‑02‑2002
ECLI:NL:PHR:2002:AD5811, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑02‑2002
- Wetingang
Art. 3:310 BW; art. 3:317 BW; art. 3:318 BW
Essentie
Onrechtmatige daad, beroepsfout, verjaring, stuiting, onderhandeling
Samenvatting
Casus
Na een rugoperatie treedt bij eiser een zgn. caudasyndroom op. Eiser stelt (de ervan van de) arts en ziekenhuis in augustus 1988 aansprakelijk. De verzekeraar kan eerst in september 1989 aangeven dat slechts in geringe mate tot een verwijtbare handeling en aansprakelijkheid kan worden geconcludeerd. Van mei t/m oktober 1990 vindt medische expertise plaats. In mei 1991 stelt de verzekeraar een voorschot van fl. 25.000,-- ter beschikking zonder tot erkenning van enige schade over te gaan. Een arbeidsdeskundigenonderzoek vindt plaats in 1992. In december 1992 stuit eiser de vordering tegen het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.