NJ 1957/495
Bestaanbaarheid van een servituut, waarbij is verboden op het dienend erf een bepaald bedrijf te exploiteren.
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
28 juni 1957
- Magistraten
Mrs. Donner, Smits, Boltjes, Hülsmann en Dubbink
- Zaaknummer
[28061957/NJ_1957-495]
- Conclusie
Mr. Langemeijer
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS136901:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1957:79, Uitspraak, Hoge Raad, 28‑06‑1957
- Wetingang
(BW art. 721.)
Essentie
Bestaanbaarheid van een servituut, waarbij is verboden op het dienend erf een bepaald bedrijf te exploiteren.
Samenvatting
Art. 721 B. W., hetwelk een erfdienstbaarheid omschrijft als een last waarmede een erf bezwaard is tot gebruik of ten nutte van een aan een anderen eigenaar toebehorend erf en bepaalt dat dezelve niet ten behoeve van een persoon kan worden daargesteld, brengt daarmede tot uitdrukking, dat een erfdienstbaarheid naar haar inhoud voor een ieder, die het heersend erf overeenkomstig zijn aard en inrichting gebruikt, van waarde moet kunnen zijn.
Indien een erf is ingericht als en bestemd tot spoorwegterrein, terwijl ...