NJ 1964/170
Heeft een gezinsvoogd het recht zich van het afleggen van getuigenis te verschonen?
HR 23-06-1961, ECLI:NL:HR:1961:158
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 juni 1961
- Magistraten
Mrs. Smits, de Jong, Wiarda, Houwing en Petit
- Zaaknummer
[23061961/NJ_1964-170]
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS140043:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1961:158, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑06‑1961
- Wetingang
(BW art. 365-373, 1946.)
Essentie
Heeft een gezinsvoogd het recht zich van het afleggen van getuigenis te verschonen?
Samenvatting
Onjuist is de stelling, dat de gezinsvoogd behoort tot de personen die uit hoofde van hun stand, beroep of wettige betrekking de bij art. 1946, tweede lid, onder 3, B. W. omschreven bevoegdheid hebben zich van het afleggen van getuigenis te verschonen.
Voorgaande uitspraak
Den Procureur-Generaal bij den Hogen Raad der Nederlanden, eiser tot cassatie in het belang der Wet van een arrest, door het Hof te 's-Hertogenbosch op 15 Dec. 1959 gewezen tussen W. G. L. P., te Breda, als app. en F. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.