Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 648/2012 betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters
Artikel 63 Inspecties ter plaatse
Geldend
Geldend vanaf 17-06-2019
- Bronpublicatie:
20-05-2019, PbEU 2019, L 141 (uitgifte: 28-05-2019, regelingnummer: 2019/834)
- Inwerkingtreding
17-06-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-05-2019, PbEU 2019, L 141 (uitgifte: 28-05-2019, regelingnummer: 2019/834)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Om haar taken krachtens deze verordening uit te voeren, kan ESMA alle nodige inspecties ter plaatse in elke bedrijfsruimte en op elk terrein of elke eigendom van de in artikel 61, lid 1, bedoelde rechtspersonen verrichten. Indien dit voor het behoorlijk en efficiënt verrichten van de inspecties nodig is, kan ESMA de inspectie ter plaatse onaangekondigd verrichten.
2.
De functionarissen en andere personen die door ESMA gemachtigd zijn een inspectie ter plaatse uit te voeren, kunnen de bedrijfsruimten, terreinen of eigendommen van onder de onderzoeksbeschikking van ESMA vallende rechtspersonen betreden en hebben alle in artikel 62, lid 1, bedoelde bevoegdheden. Zij zijn tevens bevoegd tot het verzegelen van alle ruimten en boeken of vastleggingen van het bedrijf voor de duur van en voor zover nodig voor de inspectie.
3.
De functionarissen van ESMA en andere personen die door ESMA gemachtigd zijn een inspectie ter plaatse uit te voeren, oefenen hun bevoegdheden uit onder overlegging van een schriftelijke machtiging waarin het voorwerp en het doel van de inspectie en de dwangsommen die overeenkomstig artikel 66 worden opgelegd wanneer de betrokken personen zich niet aan het onderzoek onderwerpen, zijn gespecificeerd. ESMA stelt de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar de inspectie zal worden verricht, geruime tijd vóór de inspectie hiervan in kennis.
4.
De in artikel 61, lid 1, bedoelde personen onderwerpen zich aan bij besluit van ESMA gelaste inspecties ter plaatse. Het besluit vermeldt het voorwerp en het doel van de inspectie, de datum waarop de inspectie zal aanvangen, de dwangsommen die overeenkomstig artikel 66 worden opgelegd, de krachtens Verordening (EU) nr. 1095/2010 beschikbare rechtsmiddelen en het recht om bij het Hof van Justitie tegen de beschikking in beroep te gaan. ESMA neemt een dergelijk besluit na de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar de inspectie moet worden verricht, te hebben geraadpleegd.
5.
De functionarissen van de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar de inspectie zal worden verricht alsook door deze autoriteit gemachtigde of aangewezen personen verlenen op verzoek van ESMA de functionarissen van ESMA en andere door ESMA gemachtigde personen actief bijstand. Daartoe genieten zij de in lid 2 genoemde bevoegdheden. Functionarissen van de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaat mogen op verzoek eveneens bij de inspecties ter plaatse aanwezig zijn.
6.
ESMA mag bevoegde autoriteiten tevens vragen namens haar specifieke onderzoekstaken en inspecties ter plaatse uit te voeren als bedoeld in dit artikel en in artikel 62, lid 1. Daartoe genieten bevoegde autoriteiten dezelfde bevoegdheden als ESMA overeenkomstig dit artikel en artikel 62, lid 1.
7.
Wanneer functionarissen van ESMA en andere door ESMA gemachtigde begeleidende personen vaststellen dat een persoon zich tegen een uit hoofde van dit artikel gelaste inspectie verzet, verleent de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat hun de nodige bijstand om hen in staat te stellen hun inspectie ter plaatse te verrichten, zo nodig door een beroep te doen op de politie of een gelijkwaardige rechtshandhavingsautoriteit.
8.
Indien nationale regels voorschrijven dat een bevoegde nationale autoriteit voor de in lid 1 bedoelde inspectie ter plaatse of voor de in lid 7 bedoelde bijstand de toestemming van een rechterlijke instantie behoeft, vraagt ESMA eveneens om dergelijke toestemming. ESMA kan ook bij wijze van voorzorgsmaatregel om toestemming vragen.
9.
Wanneer wordt verzocht om toestemming als bedoeld in lid 8 toetst de nationale rechterlijke instantie het besluit van ESMA op zijn authenticiteit en gaat zij na of de voorgenomen dwangmaatregelen niet willekeurig zijn noch buitensporig in verhouding tot het voorwerp van de inspectie. Bij haar toetsing van de evenredigheid van de dwangmaatregelen mag de nationale rechterlijke instantie ESMA om nadere uitleg vragen. Een dergelijk verzoek om nadere uitleg kan in het bijzonder betrekking hebben op de redenen die ESMA heeft om aan te nemen dat inbreuk is gemaakt op deze verordening, alsook op de ernst van de vermoedelijke inbreuk en de aard van de betrokkenheid van de aan de dwangmaatregelen onderworpen persoon. De nationale rechterlijke instantie mag evenwel niet de noodzakelijkheid van het onderzoek toetsen, noch de informatie in het dossier van ESMA opvragen. Het besluit van ESMA kan slechts door het Hof van Justitie op haar wettigheid worden getoetst volgens de procedure zoals vervat in Verordening (EU) nr. 1095/2010.