NJFS 2018/159
Geen schorsing vervolging wegens gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis bij verdachte, ook niet wanneer vereisten art. 6 EVRM in aanmerking worden genomen.
Hof Amsterdam 25-07-2018, ECLI:NL:GHAMS:2018:3002
- Instantie
Hof Amsterdam
- Datum
25 juli 2018
- Magistraten
Mrs. J.J.I. de Jong, I.M.H. van Asperen de Boer-Delescen, B.A.A. Postma
- Zaaknummer
23-003950-16
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHAMS:2018:3002, Uitspraak, Hof Amsterdam, 25‑07‑2018
- Wetingang
Essentie
Schorsing vervolging. Art. 6 EVRM vereist dat een verdachte een algemeen begrip dient te hebben van de aard van het strafproces en hetgeen daarin aan de orde komt en wat er voor hem op het spel staat en zich daaromtrent moet kunnen verstaan met zijn raadsman. Deze vereisten moeten ook worden toegepast bij de beoordeling van de vraag of een verdachte in staat is de strekking van de tegen hem ingestelde vervolging te begrijpen. In het onderhavige geval bestaat geen aanleiding de vervolging te schorsen, ook niet als bij de toetsing de in de rechtspraak van het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.