FED 2017/53
Vrijstelling van art. 3.84 lid 1 Wet IB 2001 is niet van toepassing bij vermindering naheffingsaanslag tot nihil
HR 03-02-2017, ECLI:NL:HR:2017:128, m.nt. S. Bentohami
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
3 februari 2017
- Magistraten
Mrs. R.J. Koopman C. Schaap, M.A. Fierstra, Th. Groeneveld, J. Wortel
- Zaaknummer
16/00751
- Noot
S. Bentohami
- JCDI
JCDI:ADS273973:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting (V)
Fiscaal bestuursrecht (V)
Fiscaal bestuursrecht / Aangifte
Loonbelasting / Eindheffing
Loonbelasting (V)
Inkomstenbelasting / Algemeen
Loonbelasting / Tarief
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 03‑02‑2017
ECLI:NL:HR:2017:128, Uitspraak, Hoge Raad, 03‑02‑2017
ECLI:NL:PHR:2016:956, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑09‑2016
- Wetingang
Art. 3.84 lid 1 Wet IB 2001
Essentie
Vrijstelling van art. 3.84 lid 1 Wet IB 2001 is niet van toepassing bij vermindering naheffingsaanslag tot nihil
Samenvatting
Het begrip ‘verschuldigd’ in art. 3.84 lid 1 Wet IB 2001 moet in geval van naheffing worden opgevat als een uit de naheffingsaanslag voortvloeiende formele verschuldigdheid die bestaat ten tijde van het opleggen van de aanslag in de inkomstenbelasting. Loon dat betrokken is geweest in een naheffingsaanslag die ten tijde van het opleggen van de aanslag reeds is vernietigd of verminderd tot nihil, valt daarom niet onder art. 3.84 lid 1 Wet IB 2001.
Uitspraak
Het geschil ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.