NJF 2018/408
Oneerlijke bedingen in beleggingsverzekering? Toetsing kostenbedingen aan de Richtlijn oneerlijke bedingen. Geen sprake van verjaring.
Hof Den Haag 15-05-2018, ECLI:NL:GHDHA:2018:1624
- Instantie
Hof Den Haag
- Datum
15 mei 2018
- Magistraten
Mrs. J.M. van der Klooster, M. Flipse, L. Reurich
- Zaaknummer
200.136.005/01
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
Verbintenissenrecht / Europees verbintenissenrecht
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Verzekeringsrecht / Sommenverzekering
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHDHA:2018:1624, Uitspraak, Hof Den Haag, 15‑05‑2018
- Wetingang
Art 6:233 onder a, 6:235 lid 4 BW; Richtlijn 93/13/EEG (oneerlijke bedingen)
Essentie
Oneerlijke bedingen in beleggingsverzekering? Toetsing kostenbedingen aan de Richtlijn oneerlijke bedingen. Geen sprake van verjaring.
Samenvatting
Appellante heeft bij ASR (in 1995) een beleggingsverzekering afgesloten. Op deze beleggingsverzekering zijn algemene voorwaarden van toepassing, waarin onder meer enige kostenbedingen zijn opgenomen. Partijen mochten zich uitlaten over de vraag of de kostenbedingen in de algemene voorwaarden (hierna ook wel: AV ’95) binnen het materiële toepassingsgebied de richtlijn oneerlijke bedingen vallen, of de bedingen onredelijk bezwarend zijn in de zin van art. 6:233 aanhef en onder a BW, en zo ja, wat de gevolgen daarvan zijn. De AV ’95 bepalen dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.