Gem. Hof NA en Aruba, 30-05-2005, nr. 75 HLAR 45/04
ECLI:NL:OGHNAA:2005:BF9949
- Instantie
Gemeenschappelijk Hof van de Nederlandse Antillen en Aruba
- Datum
30-05-2005
- Zaaknummer
75 HLAR 45/04
- LJN
BF9949
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:OGHNAA:2005:BF9949, Uitspraak, Gemeenschappelijk Hof van de Nederlandse Antillen en Aruba, 30‑05‑2005; (Hoger beroep)
Uitspraak 30‑05‑2005
Inhoudsindicatie
Ongegrondveklaring bezwaar tegen het uitblijven van een beslissing op verzoek om verlening van een loterijvergunning, dan wel toestemming voor het aanleggen, houden en exploiteren van lotto, sportprijsvragen en krasloterijen. 1) Enige loterijvergunninghouder dient als derdebelanghebbende te worden aangemerkt. 2) Geen sprake ne bis in idem, nu aan het tweede verzoek nieuwe feiten en omstandigheden ten grondslag gelegd. 3) Ingevolge artikel 3, tweede lid, van de Loterijverordening, kan slechts aan een rechtspersoonlijkheid bezittende instelling loterijvergunning worden verleend. Aangevallen uitspraak vernietigd.
Partij(en)
75 HLAR 45/04
Datum uitspraak: 30 mei 2005
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
VAN DE NEDERLANDSE ANTILLEN EN ARUBA
Uitspraak op de hoger beroepen van:
1. de naamloze vennootschap Diario N.V., gevestigd in Aruba,
2. de stichting Stichting Fundacion Lotto pa Deporte, gevestigd in Aruba,
appellanten,
tegen de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba van 27 oktober 2004 in het geding tussen:
appellante sub 1
en
de Minister van Justitie.
1. Procesverloop
Bij beschikking van 3 december 2002 heeft de Minister van Justitie (hierna: de Minister) het bezwaarschrift van appellante sub 1 (hierna: Diario) tegen het uitblijven van een beslissing op haar verzoek om verlening van een loterijvergunning, dan wel toestemming voor het aanleggen, houden en exploiteren van lotto, sportprijsvragen en krasloterijen (hierna: het verzoek) ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 27 oktober 2004 heeft het Gerecht in eerste aanleg van Aruba (hierna: het Gerecht) het daartegen door Good Fortune Lottery Company N.V. en Stichting Good Fortune Sports Lottery (hierna: de N.V. en de Stichting) ingestelde beroep niet-ontvankelijk verklaard en het door Diario ingestelde beroep ongegrond.
Tegen deze uitspraak hebben Diario, de N.V. en de Stichting bij brief van 29 november 2004, bij het Gerecht ingekomen op dezelfde dag, en appellante sub 2 (hierna: Lotto pa Deporte) bij brief van 1 december 2004, bij het Gerecht ingekomen op dezelfde dag, hoger beroep ingesteld bij het Hof.
Bij brief van 8 februari 2005 heeft Lotto pa Deporte van antwoord gediend.
Bij brief van 11 februari 2005 heeft de Minister dat gedaan.
Bij brief van 18 februari 2005 hebben Diario, de N.V. en de Stichting dat gedaan.
Het Hof heeft de zaak ter zitting behandeld op 5 april 2005, waar Diario, vertegenwoordigd door mr. M.G.A. Baiz, advocaat, Lotto pa Deporte, vertegenwoordigd door mr. J.A. Peterson, advocaat, en de Minister, vertegenwoordigd door mr. J.J. Coutinho, advocaat, zijn verschenen.
Daar hebben de N.V. en de Stichting het door hen ingestelde hoger beroep ingetrokken.
2. Overwegingen
2.1.
Ambtshalve overweegt het Hof als volgt.
2.2.
Blijkens de aangevallen uitspraak zijn in deze zaak op 3 april 2003 en 20 augustus 2003 zogenoemde (rol)zittingen gehouden, waarbij pleitnota's zijn overhandigd. Daarna zijn op 3 september 2003 zogenoemde aktes uitlating producties ingediend.
2.3.
De wijze van openbare behandeling van zaken als deze is voorgeschreven in paragraaf 4 van hoofdstuk III van de Landsverordening administratieve rechtspraak (hierna: de Lar). Daarin is onder meer bepaald dat de rechter getuigen of deskundigen kan oproepen, partijen en hun gemachtigden in de gelegenheid worden gesteld het woord te voeren en dat de rechter bevoegd is aan partijen en aan andere belanghebbenden of hun gemachtigden vragen te stellen. Verder worden partijen en andere belanghebbenden of hun gemachtigden in de gelegenheid gesteld het woord te voeren naar aanleiding van hetgeen door anderen naar voren is gebracht. Hieruit blijkt dat de rechter in beginsel een actieve rol vervult bij de openbare behandeling van de zaak en dat die behandeling bedoeld is om hoor en wederhoor van partijen te doen plaatsvinden.
De in deze zaak gehouden zogenoemde (rol)zittingen hebben een ander karakter. Ter zitting kunnen in beginsel alleen bepaalde proceshandelingen worden verricht met uitsluiting van andere, zoals het overleggen van processtukken of stukken, waarin bij de rechter gerezen vragen worden beantwoord. Die zittingen voldoen daarom niet als openbare behandeling in de zin van de Lar. Nu het Gerecht zodanige openbare behandeling voorts achterwege heeft gelaten en daarmee niet uitdrukkelijk is ingestemd, als bedoeld in artikel 37, vijfde lid, van de Lar, moet worden geoordeeld dat de aangevallen uitspraak niet op juiste wijze totstandgekomen is.
2.4.
De hoger beroepen zijn gegrond en de aangevallen uitspraak moet worden vernietigd. Doende hetgeen het Gerecht had behoren te doen, overweegt het Hof het volgende.
2.5.
Nu het door Diario bij het Gerecht ingestelde beroep ertoe kon leiden dat de beschikking van 3 december 2002 zou worden vernietigd, waardoor Lotto pa Deporte als enige houder op Aruba van een vergunning voor het aanleggen en houden van loterijen, bestaande uit lotto, sportprijsvragen en krasloterijen, in een nadeliger positie zou komen te verkeren, is zij belanghebbende bij die beschikking. De door Lotto pa Deporte ingediende stukken en hetgeen zij ter zitting bij het Hof heeft aangevoerd, zijn derhalve bij de beoordeling van het door Diario ingestelde beroep betrokken.
2.6.
Het verzoek heeft dezelfde strekking als een eerder door Diario op 5 juli 2001 gedaan verzoek. Niet is gebleken dat de Minister een beschikking op dat verzoek heeft gegeven. Ingevolge artikel 9, tweede lid, van de Lar moet het verzoek derhalve geacht worden te zijn afgewezen na afloop van de in die bepaling gestelde termijn. Nu Diario tegen die – fictieve – afwijzing geen bezwaar heeft gemaakt, is deze na de in artikel 11, tweede lid, van de Lar gestelde termijn in rechte onaantastbaar geworden.
2.7.
Na het eerdere verzoek hebben onderhandelingen plaatsgevonden tussen Diario en de toenmalige Minister van Financiën, die geresulteerd hebben in een op 6 september 2001 gesloten overeenkomst, waarin nadere afspraken zijn gemaakt met betrekking tot de financiële bijdrage van Diario aan de bevordering van sportactiviteiten op Aruba. Op 7 september 2001 is de Ministerraad akkoord gegaan met die overeenkomst en is beslist dat het proces van de afgifte van de benodigde vergunning aan Diario in werking diende te worden gesteld conform de wettelijke kaders. Die beslissing is op 29 oktober 2001 aan de Directie Wetgeving en het Centraal Bureau Juridische en Algemene Zaken toegezonden met het verzoek om met de werkzaamheden in verband met de benodigde vergunningen aan te vangen binnen het kader van voormelde overeenkomst.
2.8.
Deze voorgeschiedenis stellend, heeft Diario aan het verzoek nieuw gebleken feiten en veranderde omstandigheden ten grondslag gelegd, zodat moet worden onderzocht of de Minister in die feiten en omstandigheden terecht geen aanleiding heeft gezien om terug te komen van de eerdere – fictieve – afwijzing. Terzake hiervan wordt het volgende overwogen.
2.9.
Ingevolge artikel 3, eerste lid, van de Loterijverordening (hierna: LV) kan tot het aanleggen en houden van een loterij, uitsluitend strekkend tot een liefdadig doel of ter bevordering van wetenschap, kunst of een ander algemeen belang, en waarin de prijzen of premies niet in geld of geldswaardig papier bestaan, toestemming worden verleend door de minister van Justitie en Publieke Werken.
Ingevolge het tweede lid, voorzover thans van belang, kan tot het aanleggen en houden van loterijen, waarin de prijzen of premies in geld of geldswaardig papier bestaan, toestemming worden verleend uitsluitend aan rechtspersoonlijkheid bezittende in het land Aruba gevestigde instellingen, die ten doel hebben de bevordering van de sport in het land Aruba, voor zover deze loterijen uit sportprijsvragen, lotto of krasloterijen bestaan. De toestemming kan door de Minister van Justitie en Publieke Werken worden verleend voor een door hem te bepalen tijd aan één rechtspersoonlijkheid bezittende instelling.
Ingevolge het derde lid, voorzover thans van belang, worden bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, de voorwaarden geregeld, welke zullen worden verbonden aan de in het tweede lid bedoelde toestemming. Als voorwaarde dient in ieder geval te worden opgenomen de bestemming van de opbrengst van elke gehouden loterij met dien verstande, dat de netto opbrengsten uitsluitend ten goede mogen komen aan sportorganisaties in het land Aruba.
2.10.
De Minister heeft het verzoek onder verwijzing naar het advies van de bezwaaradviescommissie afgewezen, omdat nu ingevolge artikel 3, tweede lid, van de LV ten aanzien van de daarin bedoelde drie vormen van loterijen steeds slechts toestemming kan worden verleend aan één rechtspersoonlijkheid bezittende instelling en bij ministeriële beschikking van 29 mei 1991 aan Lotto pa Deporte voor onbepaalde tijd ten aanzien van elk van de drie vormen van loterijen toestemming is verleend, artikel 3, tweede lid, van de LV aan toewijzing van het verzoek in de weg staat.
2.11.
Diario betoogt dat de Minister aldus miskent dat artikel 3, tweede lid, van de LV, nu in dat artikellid ook is bepaald dat toestemming kan worden verleend aan "rechtspersoonlijkheid bezittende in het land Aruba gevestigde instellingen", niet uitsluit dat aan meer dan één rechtspersoonlijkheid bezittende instelling de desbetreffende toestemming wordt verleend en dat de uitleg die de Minister aan de bepaling geeft ook niet strookt met de bedoeling van de wetgever.
2.12.
In het eerste lid van artikel 3 van de LV is ten algemene bepaald dat aan een ieder voor de daarin bedoelde loterijvorm toestemming kan worden verleend. In het tweede lid wordt dit uitgangspunt in dier voege beperkt dat voor drie vormen van loterijen, te weten de sportprijsvragen, de lotto en de krasloterijen, voorzover de prijzen of premies in geld of geldswaardig papier bestaan, alleen toestemming kan worden verleend aan rechtspersoonlijkheid bezittende in het land Aruba gevestigde instellingen die het in die bepaling vermelde doel nastreven. De bepaling in dat lid dat de toestemming kan worden verleend aan één rechtspersoonlijkheid bezittende instelling, kan volgens haar bewoordingen niet anders worden gelezen, dan dat niet is toegestaan om ten aanzien van elk van de drie vormen van loterijen steeds aan meer dan één rechtspersoonlijkheid bezittende instelling toestemming te verlenen. Dat in dezelfde bepaling de term "instellingen" gebruikt wordt, leidt niet tot een ander oordeel, nu hiermee tot uitdrukking is gebracht dat de toestemming kan worden verleend aan drie verschillende rechtspersoonlijkheid bezittende instellingen, elk voor één van de drie vormen van loterijen.
2.13.
De conclusie is dat de Minister zich met juistheid op het standpunt heeft gesteld dat toewijzing van het verzoek van Diario niet mogelijk is, zolang voormelde situatie voortduurt, en terecht in de na het eerdere verzoek opgekomen feiten en omstandigheden geen aanleiding heeft gezien om terug te komen van de eerdere – fictieve – afwijzing. Het beroep is ongegrond.
3. Beslissing
Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba
Recht doende in naam der Koningin:
- I.
verklaart de hoger beroepen gegrond;
- II.
vernietigt de uitspraak van het Gerecht van 27 oktober 2004 in zaak nr. LAR 2003/6;
- III.
verklaart het bij het Gerecht in die zaak tegen de beschikking van de Minister van Justitie van 3 december 2002, kenmerk 3673Geh, door Diario N.V. ingestelde beroep ongegrond;
- IV.
gelast dat het Land Aruba aan appellanten het door hen voor de behandeling van het hoger beroep betaalde griffierecht ten bedrage van Afl. 75,00 (zegge: vijfenzeventig gulden) teruggeeft.
Aldus vastgesteld door mr. W.P.M. ter Berg, Voorzitter, en mr. R.W.L. Loeb en mr. A.W.M. Bijloos, Leden, in tegenwoordigheid van mr. M.E.B. de Haseth, griffier.
Voorzitter griffier
Uitgesproken in het openbaar op 30 mei 2005.