De rechtspositie van de sollicitant en van de werknemer tijdens de proeftijd
Einde inhoudsopgave
De rechtspositie van de sollicitant en van de werknemer tijdens de proeftijd (MSR nr. 53) 2010/6.1:6.1 Inleiding
De rechtspositie van de sollicitant en van de werknemer tijdens de proeftijd (MSR nr. 53) 2010/6.1
6.1 Inleiding
Documentgegevens:
mr. R.F. Kötter, datum 30-09-2010
- Datum
30-09-2010
- Auteur
mr. R.F. Kötter
- JCDI
JCDI:ADS391947:1
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht (V)
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Discriminatie is het maken van ongerechtvaardigd onderscheid. Op grond van diverse internationale verdragen, de Nederlandse Grondwet en nationale wetten is het maken van ongerechtvaardigd onderscheid verboden. Ook bij de werving en selectie van personeel is het op grond van de gelijkebehandelingswetgeving verboden om ongerechtvaardigd onderscheid te maken. Dat is ook terecht, omdat sollicitanten recht hebben op een eerlijke kans op aanstelling. In het hiernavolgende zullen allereerst de verschillende vormen van onderscheid aan de orde komen, waarna vervolgens inhoudelijk op de gelijkebehandelingswetgeving aan de hand van literatuur en jurisprudentie zal worden ingegaan. Tot slot zullen de diverse sanctiemogelijkheden de revue passeren. De probleemstelling van dit hoofdstuk is of de rechtsbescherming van de sollicitant, ondanks de ruime gelijkebehandelingswetgeving, voldoende is gewaarborgd, gelet op de handhavingsmogelijkheden. Voorts is het de vraag of de werkgever door de breedvertakte gelijkebehandelingswetgeving niet te veel wordt beperkt in zijn zoektocht naar de meest geschikte kandidaat.