Rb. Rotterdam, 05-06-2020, nr. C/10/597362 / FA RK 20-3781
ECLI:NL:RBROT:2020:6444
- Instantie
Rechtbank Rotterdam
- Datum
05-06-2020
- Zaaknummer
C/10/597362 / FA RK 20-3781
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBROT:2020:6444, Uitspraak, Rechtbank Rotterdam, 05‑06‑2020; (Beschikking)
Uitspraak 05‑06‑2020
Inhoudsindicatie
Wijziging zorgmachtiging, artikel 8:12 Wvggz
Partij(en)
RECHTBANK ROTTERDAM
Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/597362 / FA RK 20-3781
Betrokkenenummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 5 juni 2020 betreffende een wijziging van de zorgmachtiging als bedoeld in artikel 8:12 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam, hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene] ,
geboren op [geboortedatum betrokkene] te [geboorteplaats betrokkene] , Suriname,
hierna: betrokkene,
wonende aan de [adres betrokkene] , [woonplaats betrokkene] ,
thans verblijvende in Antes, locatie Albrandswaardsedijk te Poortugaal,
advocaat mr. T.S. Kessel te Dodrecht.
1. Procesverloop
1.1.
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 28 mei 2020, heeft de officier verzocht om wijziging van de zorgmachtiging, zoals die op 18 mei 2020 ten aanzien van betrokkene is afgegeven.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- -
de door de zorgverantwoordelijke gemotiveerde aanvraag tot wijziging van de zorgmachtiging als bedoeld in artikel 8:12 lid 4 Wvggz van 25 mei 2020;
- -
het advies van de geneesheer-directeur als bedoeld in artikel 8:12 lid 4 Wvggz van 25 mei 2020;
- -
het zorgplan van 25 mei 2020;
- -
de gemotiveerde beslissing van de zorgverantwoordelijke tot het verlenen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 8:13 lid 1 Wvggz van 22 mei 2020.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 5 juni 2020.
Bij die gelegenheid zijn op grond van artikel 2 Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid de navolgende personen telefonisch gehoord, omdat het houden van een fysieke zitting vanwege het coronavirus niet mogelijk was:
betrokkene met zijn hiervoor genoemde advocaat;
[naam psychiater] , psychiater, en [naam arts] , arts, beiden verbonden aan Antes.
1.3.
De officier is niet telefonisch gehoord, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.
2. Beoordeling
2.1.
Ten aanzien van betrokkene is op 18 mei 2020 een zorgmachtiging afgegeven. Daarbij is bepaald dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
- -
het toedienen van medicatie, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- -
het beperken van de bewegingsvrijheid;
- -
het opnemen in een accommodatie;
2.2.
Uit de aanvraag van de zorgverantwoordelijke, die door de geneesheer-directeur is ingediend vergezeld van zijn advies hierover, blijkt dat de in deze zorgmachtiging genoemde vormen van verplichte zorg niet (langer) volstaan, waardoor er sprake is van een (dreigende) noodsituatie als bedoeld in artikel 8:11 Wvggz. Teneinde deze noodsituatie af te wenden heeft de zorgverantwoordelijke, bij wijze van tijdelijke maatregel, de volgende vormen van verplichte zorg toegepast:
- -
het insluiten
- -
het onderzoek aan kleding of lichaam;
- -
het controleren op de aanwezigheid van gedragsbeïnvloedende middelen.
2.3.
In het verzoekschrift heeft de officier verzocht om de zorgmachtiging op de volgende onderdelen te wijzigen voor de duur van de huidige zorgmachtiging, te weten tot en met 18 november 2020:
- -
het insluiten
- -
het onderzoek aan kleding of lichaam;
- -
het controleren op de aanwezigheid van gedragsbeïnvloedende middelen.
2.4.
Betrokkene is gediagnosticeerd met een schizo-affectieve stoornis van het bipolaire type, waarbij hij grootheidswanen heeft en paranoïde en ontremd gedrag vertoont. Verder is er sprake van een stoornis in alcohol- en cannabisgebruik. Betrokkene is opgenomen nadat hij zijn medicatie had gestaakt, uit zijn beschermde woonvorm was vertrokken en op straat leefde. Op de afdeling is er sprake van hevige agitatie en agressie bij betrokkene en heeft hij zich dreigend geuit richting het personeel. Dit heeft ertoe geleid dat hij gesepareerd is geweest. Daarnaast is betrokkene onderzocht op de aanwezigheid van drugs, omdat hij bekend is met middelengebruik.
2.5.
Door en namens betrokkene is aangevoerd dat een wijziging van de zorgmachtiging buitenproportioneel zou zijn, omdat door de behandelaren onvoldoende duidelijk is gemaakt dat de aanvullende vormen van verplichte zorg op dit moment nog noodzakelijk zouden zijn en betrokkene ten tijde van de mondelinge behandeling ruim een week op de afdeling verblijft zonder gesepareerd te worden. Gelet op het gedrag van betrokkene bij aanvang van de zitting acht de rechtbank de aanvullende vormen van zorg wel noodzakelijk. Hoewel de psychiater tijdens de mondelinge behandeling verklaard heeft dat betrokkene op dit moment beter te begeleiden is, was hij bij aanvang van de opname zowel verbaal als fysiek agressief. Het separeren van betrokkene was de enige wijze om het ernstig nadeel dat daaruit voortvloeide – voor zowel betrokkene als zijn omgeving – af te wenden. Daarnaast heeft betrokkene zich in zijn beschermde woonvorm ook dreigend geuit jegens hulpverleners. Verder staat betrokkene ambivalent tegenover de inname van medicatie, hetgeen zijn herstel kan belemmeren. Het staken van medicatie heeft in het verleden geleid tot een toename van ontremd gedrag bij betrokkene. De rechtbank benadrukt wel dat het insluiten als vorm van verplichte zorg alleen zal worden gebruikt wanneer er geen andere wijze bestaat waarop het ernstig nadeel kan worden afgewend. Verder is betrokkene bekend met een stoornis in alcohol- en cannabisgebruik en bestaat het sterke vermoeden dat er ten tijde van de mondelinge behandeling sprake is van middelengebruik bij betrokkene, waardoor het onderzoek aan kleding of lichaam en het controleren van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen noodzakelijk wordt geacht.
2.6.
Gelet op het hiervoor overwogene is de rechtbank van oordeel dat de tijdelijke verplichte zorg ook na verloop van drie dagen moet kunnen worden voortgezet en dat is voldaan aan de vereisten om de op 18 mei 2020 verleende zorgmachtiging te wijzigen.
2.7.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.8.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De wijziging van de zorgmachtiging zal worden verleend voor de duur van de huidige zorgmachtiging, te weten tot 18 november 2020.
3. Beslissing
De rechtbank:
3.1.
wijzigt de zorgmachtiging zoals deze op 18 mei 2020 is afgegeven ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd, inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg, naast de reeds verleende maatregelen:
- -
het toedienen van medicatie, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- -
het beperken van de bewegingsvrijheid;
- -
het opnemen in een accommodatie.
eveneens de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
- -
het insluiten;
- -
het onderzoek aan kleding of lichaam;
- -
het controleren op de aanwezigheid van gedragsbeïnvloedende middelen.
3.2.
bepaalt dat de zorgmachtiging ten aanzien van de genoemde aanvullende vormen van verplichte zorg geldt tot en met 18 november 2020.
Deze beschikking is op 9 juni 2020 gegeven door mr. F.J. Koningsveld, rechter, in tegenwoordigheid van mr. R. Jelicic, griffier. | ||
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.