NJ 2012/490
HR geeft nadere regels in geval van het wijzen van een herstelbeslissing.
HR 12-06-2012, ECLI:NL:HR:2012:BW1478, m.nt. M.J. Borgers
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
12 juni 2012
- Magistraten
Mrs. A.J.A. Van Dorst, J. de Hullu, W.F. Groos, Y. Buruma, J. Wortel
- Zaaknummer
10/02620
- Conclusie
A-G mr. G. Knigge
- Noot
M.J. Borgers
- LJN
BW1478
- JCDI
JCDI:ADS127528:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2012:BW1478, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑06‑2012
ECLI:NL:HR:2012:BW1478, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 12‑06‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑06‑2011
- Wetingang
Sv art. 440
Essentie
Blijkens HR 6 juli 2010, LJN BJ7243, NJ 2012/248 is het de feitenrechter in strafzaken toegestaan een zogenoemde herstelbeslissing te geven indien de oorspronkelijk gewezen beslissing, kort gezegd, een onmiddellijk kenbare fout bevat. Het gaat hier om een zelfstandige, niet in de wet verankerde en beperkte mogelijkheid voor de feitenrechter om een in zijn uitspraak voorkomende kennelijke rekenfout, schrijffout of andere kennelijke fout die zich voor eenvoudig herstel leent, te verbeteren. Dat brengt mee dat de feitenrechter slechts in evidente gevallen gebruik kan maken van de bevoegdheid het dictum te verbeteren, mede met ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.