NJ 1954/2
Verval recht van voorrang van ‘s Rijks schatkist en faillissement.
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 oktober 1953
- Magistraten
Mrs Donner, van der Meulen, Hijink, Losecaat Vermeer en Boltjes
- Zaaknummer
[231953/NJ_1954-2]
- Conclusie
Mr. Eggens
- Noot
Prof. Mr. Ph.A.N. Houwing
- Roepnaam
Curator/De Ontvanger
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS167186:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1953:174, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑10‑1953
- Wetingang
(Invorderingswet 1845 art. 7, 12.)
Essentie
Verval recht van voorrang van ‘s Rijks schatkist en faillissement.
Samenvatting
De stelling, dat m.b.t. den vervaltermijn van art. 12, lid 3, van de Invorderingswei, i.v.m. het bepaalde in art. 7, van schorsing van den vervaltermijn — indien al — alleen sprake zou kunnen zijn, indien de Ontvanger gebruik maakt van de bijzondere executiemaatregelen, voorzien in art. 7, kan niet worden aanvaard.
De Ontvanger toch treedt zowel door een indiening ter verificatie als door een op den voet van art. 7 gedane vordering als schuldeiser in het faillissement in en daarmee geschiedt de alg. executie, waarin het faillissement ...