NJ 2015/275
Prejudiciële beslissing op voet art. 392 Rv. Verzoek tot herroeping van beschikking tot ontbinding arbeidsovereenkomst na eerder ingesteld en o.g.v. appelverbod (art. 7:685 lid 11 BW) afgewezen hoger beroep; bevoegdheid rechter die ‘in laatste feitelijke instantie over de zaak heeft geoordeeld’ in zin art. 384 lid 1 Rv.
HR 05-12-2014, ECLI:NL:HR:2014:3536, m.nt. W.D.H. Asser
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
5 december 2014
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, C.E. Drion, G. de Groot
- Zaaknummer
14/03149
- Conclusie
A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent
- Noot
W.D.H. Asser
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS167771:1
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:3536, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 05‑12‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:1856, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑10‑2014
- Wetingang
Art. 7:685 BW; art. 384, 391 Rv
Essentie
Prejudiciële beslissing op voet art. 392 Rv. Verzoek tot herroeping van beschikking tot ontbinding arbeidsovereenkomst na eerder ingesteld en o.g.v. appelverbod (art. 7:685 lid 11 BW) afgewezen hoger beroep; bevoegdheid rechter die ‘in laatste feitelijke instantie over de zaak heeft geoordeeld’ in zin art. 384 lid 1 Rv.
Art. 384 bepaalt in verbinding met art. 391 Rv dat het verzoek tot herroeping van een beschikking wordt gebracht bij de rechter die ‘in laatste feitelijke instantie over de zaak heeft geoordeeld’. De prejudiciële vraag ziet op het geval dat tegen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.