Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) Nr. 1267/1999 tot instelling van een pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid
Artikel 6 Bijstandsvormen en hoogte van de bijstand
Geldend
Geldend vanaf 29-06-1999
- Bronpublicatie:
21-06-1999, PbEG 1999, L 161 (uitgifte: 26-06-1999, regelingnummer: 1267/1999)
- Inwerkingtreding
29-06-1999
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-06-1999, PbEG 1999, L 161 (uitgifte: 26-06-1999, regelingnummer: 1267/1999)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
1.
De communautaire bijstand uit het ISPA kan de vorm aannemen van niet-terugvorderbare rechtstreekse bijstand, terugvorderbare bijstand of een andere financieringsvorm.
De bijstand die aan de beheersautoriteit of aan een andere overheidsinstantie wordt terugbetaald, moet opnieuw voor hetzelfde doel worden aangewend.
2.
De uit het ISPA verleende communautaire bijstand bedraagt ten hoogste 75 % van de uitgaven van de overheid of van de daarmee gelijk te stellen uitgaven, met inbegrip van de uitgaven van instanties waarvan de activiteiten binnen een zodanig wettelijk of bestuursrechtelijk kader plaatsvinden, dat die instanties met overheidsinstanties kunnen worden gelijkgesteld. De Commissie kan volgens de procedure van artikel 14 beslissen dit percentage tot maximaal 85 te verhogen, vooral wanneer zij van oordeel is dat een hoger percentage dan 75 nodig is voor de uitvoering van projecten die voor het bereiken van de algemene doelstellingen van het ISPA van wezenlijk belang zijn.
Behalve in het geval van terugvorderbare bijstand of wanneer er sprake is van een groot belang van de Gemeenschap, wordt het bijstandspercentage verlaagd om rekening te houden met:
- a)
de beschikbaarheid van cofinanciering,
- b)
de mate waarin de maatregel inkomsten kan genereren, en
- c)
een adequate toepassing van het beginsel dat de vervuiler betaalt.
3.
Onder de in lid 2, tweede alinea, onder b), bedoelde maatregelen die inkomsten kunnen genereren worden verstaan:
- a)
maatregelen betreffende infrastructuurvoorzieningen waarvan de gebruikskosten aan de gebruikers worden aangerekend,
- b)
productieve investeringen op milieugebied.
4.
Voorbereidende studies en technische ondersteuningsmaatregelen kunnen bij wijze van uitzondering voor 100 % van de totale kosten worden gefinancierd.
De totale uitgaven die op initiatief van de Commissie of namens de Commissie krachtens dit lid worden gedaan, mogen ten hoogste 2 % van de totale middelen van het ISPA bedragen.