BNB 2018/149
Regeling voor vervroegde uittreding. Objectieve maatstaven bepalen de bedoeling van de regeling. Feitelijke uitstroom niet relevant
HR 22-06-2018, ECLI:NL:HR:2018:958, m.nt. P. Kavelaars
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 juni 2018
- Magistraten
Mrs. De Groot, Fierstra, Groeneveld, Wortel, Beukers-van Dooren
- Zaaknummer
16/06236
- Conclusie
A-G Niessen
- Noot
P. Kavelaars
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS177203:1
- Vakgebied(en)
Loonbelasting / Pensioenregeling
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:958, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑06‑2018
ECLI:NL:PHR:2017:1416, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 14‑12‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 13‑12‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑02‑2017
- Wetingang
Art. 32ba lid 6 en 7 Wet LB 1964
Essentie
Regeling voor vervroegde uittreding. Objectieve maatstaven bepalen de bedoeling van de regeling. Feitelijke uitstroom niet relevant
Samenvatting
Belanghebbende is in verband met een reorganisatie voor haar werknemers een sociaal plan overeengekomen met de vakbonden. In dit plan zijn boventallige werknemers aangewezen volgens het afspiegelingsbeginsel bij onderling uitwisselbare functies. Het plan bevat daarnaast een ‘vrijwilligers- en plaatsmakersregeling’. Boventallige werknemers en werknemers die gebruikmaken van deze regeling ontvangen een beëindigingsvergoeding. Deze wordt berekend op basis van de kantonrechtersformule en bedraagt maximaal de redelijkerwijs te verwachten inkomensderving tot het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd. Bij de berekening van de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.