JWB 2002/317:Houder te goeder trouw, retentierecht nadat de zaak uit de macht is gebracht van de retentor, stelplicht en bewijslast

JWB 2002/317

Houder te goeder trouw, retentierecht nadat de zaak uit de macht is gebracht van de retentor, stelplicht en bewijslast

Documentgegevens:

HR 20-09-2002, ECLI:NL:PHR:2002:AE2513 (Van der Wal/Duinstra)

Instantie: Hoge Raad (Civiele kamer)
Datum: 20 september 2002
Zaaknummer: C01/006HR
LJN: AE2513
Roepnaam: Van der Wal/Duinstra
Vakgebied(en): Goederenrecht / Eigendom, bezit en houderschap
Goederenrecht / Zekerheidsrechten
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2002:AE2513, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 20‑09‑2002
ECLI:NL:PHR:2002:AE2513, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑09‑2002
Wetingang: Art. 3:120 BW; art. 3:124 BW; art. 3:295 BW

Essentie

Samenvatting

Casus

Eiser exploiteert een botenstalling, waar een houten zeilschouw (hierna: de boot) is gestald. In maart 1991 is deze boot waarvan verweerder de eigenaar is, gestolen. In de zomer van 1995 ziet verweerder de boot in de loods van eiser. Verweerder heeft eiser gevraagd de boot aan hem af te geven, eiser wilde alleen meewerken wanneer verweerder ook de stallingskosten voor zijn rekening nam. Verweerder heeft dit geweigerd en heeft aangifte gedaan bij de politie. Op 1 augustus 1995 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.