Einde inhoudsopgave
Aanwijzingen voor de regelgeving
Officiële Toelichting
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2018
- Bronpublicatie:
22-12-2017, Stcrt. 2017, 69426 (uitgifte: 29-12-2017, regelingnummer: 3215945)
- Inwerkingtreding
01-01-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-12-2017, Stcrt. 2017, 69426 (uitgifte: 29-12-2017, regelingnummer: 3215945)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
Staatsrecht / Wetgeving
Eerste lid. Indien in een toelichting andere regelingen verkort worden aangehaald (bijvoorbeeld ‘Awb’ ter aanduiding van de Algemene wet bestuursrecht) is het niet nodig om bij verwijzing naar specifieke artikelen uit die regelingen de woorden ‘van de’ of ‘van het’ te gebruiken. In plaats van ‘artikel 10 van de Wob’ kan worden volstaan met ‘artikel 10 Wob’. Dit geldt niet voor regelingen die met hun volledige citeertitel worden aangehaald. In dat geval wordt de citeertitel, ook als die slechts één woord telt, steeds door ‘van de’ of ‘van het’ voorafgegaan (‘artikel 5 van de Bekendmakingswet’).
Afkortingen en verkorte aanduidingen die algemeen bekend zijn (zoals Awb en BW) hoeven in de toelichting niet te worden verklaard. Andere afkortingen en aanduidingen dienen de eerste keer dat zij in een toelichting worden gebruikt, te worden verklaard.
Zie ook de aanwijzingen 3.34 (verwijzingen naar het BW) en 3.39 (verkorte aanhaling verdragen).
Tweede lid. In een afkorting of andere verkorte aanduiding van een regeling worden in beginsel alleen hoofdletters gebruikt indien die hoofdletters ook in de citeertitel van de regeling voorkomen. In bijzondere gevallen kan van dit beginsel worden afgeweken, bijvoorbeeld bij verkorte aanduidingen waarin het woord ‘wet’ wordt gevolgd door een afkorting (vgl. ‘Wet IB 2001’ voor ‘Wet inkomstenbelasting 2001’).
Voorbeelden bij het tweede lid
- —
- —
Arbeidsomstandighedenwet: Arbowet
- —