RF 2018/64
Effectenlease. Moet Dexia aan consument meer betalen dan zij op grond van de Hofformule aan consument is verschuldigd nu de adviserende tussenpersoon daarvoor geen vergunning had? (Dexia/gedaagde)
Rb. Noord-Holland 06-12-2017, ECLI:NL:RBNHO:2017:10270
- Instantie
Rechtbank Noord-Holland
- Datum
6 december 2017
- Magistraten
Mr. S.N. Schipper
- Zaaknummer
3605732 / CV EXPL 14-14092
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS929186:1
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBNHO:2017:10270, Uitspraak, Rechtbank Noord-Holland, 06‑12‑2017
- Wetingang
Art. 7:268 lid 2 BW; art. 7 Wte 1995; art. 41 NRgte 2002
Essentie
Effectenlease. Hofformule. Tussenpersoon.
Moet Dexia aan consument meer betalen dan zij op grond van de Hofformule aan consument is verschuldigd nu de adviserende tussenpersoon daarvoor geen vergunning had? Is het inkomen van de ouders in deze relevant?
Samenvatting
Consument sloot met Dexia in 1998 een overeenkomst van effectenlease af. In 2005 heeft consument een beroep gedaan op de nietigheid van deze overeenkomst. Consument ging niet akkoord met de zogenoemde “Hofformule”. Consument stelde dat er sprake was van een onaanvaardbaar zware financiële last. Volgens consument is het inkomen van zijn ouders niet relevant, nu hij destijds met zijn ouders ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.