Einde inhoudsopgave
Proceskostenveroordeling en toegang tot de rechter in IE-zaken (BPP nr. XIX) 2017/164
164 Onderzoek naar de effecten van art. 1019h Rv: beperkingen en mogelijkheden
C.J.S. Vrendenbarg, datum 15-12-2017
- Datum
15-12-2017
- Auteur
C.J.S. Vrendenbarg
- JCDI
JCDI:ADS576639:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Voetnoten
Voetnoten
Van Boom e.a. 2013, p. 1188-1189.
Zoals Sluijter terecht constateert in Sluijter 2011, p. 255. Zo kunnen geen conclusies worden verbonden aan – bijv. – het aantal na de implementatie ‘gewonnen’ zaken, omdat geen data voorhanden is waarmee dergelijke gegevens kunnen worden vergeleken.
Sluijter 2011, p. 348.
Eshuis & Van Tulder 2014.
Vgl. Eshuis & Van Tulder 2014, p. 6.
Hodges, Vogenauer & Tulibacka 2010, p. 17; Katz 2000, p. 63-94.
Hodges, Vogenauer & Tulibacka 2010, p. 20, 28 en 72.
Dit onderscheid is gebaseerd op een gesimplificeerde voorstelling van de realiteit. Onder de English rule komen namelijk niet alle kosten voor vergoeding in aanmerking, doch de kosten die de redelijkheids- en proportionaliteitstoets doorstaan. Onder de American rule worden in werkelijkheid de griffierechten wel gealloceerd, maar de advocaatkosten niet. De theoretische effecten van de onderscheidenlijke (extreem geformuleerde) regels zullen in werkelijkheid dus minder uitgesproken zijn; Sluijter 2011, p. 250 e.v.
Vgl. Sluijter 2011, p. 256.
Voor de stelling, dat het aantal aangebrachte IE-zaken onder invloed van art. 1019h Rv is gedaald, bestaat geen bewijs. Dat kan worden verklaard door het feit dat geen nulmeting heeft plaatsgevonden voorafgaand aan de invoering van art. 1019h Rv. Zonder nulmeting op kernvariabelen voor de inwerkingtreding van een bepaalde wet is empirische wetsevaluatie niet goed mogelijk.1 De implementatie van art. 14 IE-Handhavingsrichtlijn verliep dermate stormachtig en snel, dat het ook niet mogelijk was om een nulmeting uit te voeren en de data te vergelijken met data van na de implementatie.2 Voorts bemoeilijken de onduidelijkheden rond de toepassing van de regeling en de Indicatietarieven een vergelijking van effecten in de periode voor en na de implementatie, maar ook in relatie tot de effecten in niet- IE-zaken in diezelfde periode.3 Kwantitatieve gegevens over aantallen IE-zaken leveren ook geen bewijs van bepaalde effecten van art. 1019h Rv. Hoewel het aantal IE-zaken in de afgelopen jaren lijkt te zijn afgenomen, kan deze daling moeilijk uitsluitend aan art. 1019h Rv worden toegeschreven. In het algemeen is er een daling geconstateerd van de instroom van civiele handelszaken in eerste aanleg sinds 2009/ 2010.4 Andere factoren, zoals wijzigingen in het economisch klimaat en de veranderde regelgeving rond de griffierechten, kunnen de daling mede verklaren. De veelheid aan mogelijke factoren maakt het lastig vast te stellen in welke mate de ‘factor’ art. 1019h Rv een stempel drukt op de ontwikkelingen.5
Een alternatieve methode om de effecten van art. 1019h Rv te onderzoeken, is aansluiting zoeken bij bestaande theorieën over de effecten van proceskostenveroordeling op basis van het gelijk. In de law and economics is veel aandacht besteed aan de effecten van proceskostenveroordeling op basis van het gelijk. Deze wijze van kostenallocatie komt in de Westerse landen het meest voor.6 In vrijwel alle landen is sprake van een recoverability gap; een ‘gat’ tussen de werkelijk gemaakte kosten en het bedrag dat op de wederpartij verhaald kan worden. De grootte van de recoverability gap verschilt van land tot land.7 Dat brengt mee dat ook de effecten van land tot land verschillend kunnen zijn. Om toch voorspellingen te kunnen doen over de effecten van proceskostenveroordeling worden stelsels in de rechtseconomische literatuur vaak ingedeeld op een schaal, waarvan het ene uiteinde wordt gemarkeerd door de English rule en het andere uiteinde door de American rule.8 Op grond van de English rule dient de verliezer alle kosten van de winnaar te vergoeden, terwijl de American rule bepaalt dat ieder zijn eigen kosten draagt.9 Op deze schaal zal de proceskostenregel van art. 237 e.v. Rv en het liquidatietarief zich ergens in het midden bevinden, doch vermoedelijk meer richting de American rule dan richting de English rule.10 De regel van art. 1019h Rv zal op de schaal in de buurt van de English rule geplaatst moeten worden. Het is dus zinvol om de theorie over de effecten van de English rule op het procedeer- en schikkingsgedrag van partijen te bestuderen, omdat de proceskostenveroordeling van art. 1019h Rv effecten in deze richting zal hebben.