Einde inhoudsopgave
Mediawet 2008
Artikel 2.60d [Onverenigbaarheden. Ontslag]
Geldend
Geldend vanaf 31-03-2016
- Bronpublicatie:
16-03-2016, Stb. 2016, 114 (uitgifte: 30-03-2016, kamerstukken: 34264)
- Inwerkingtreding
31-03-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-03-2016, Stb. 2016, 115 (uitgifte: 30-03-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Informatierecht / Media
Informatierecht / Reclame
1.
Het lidmaatschap van de raad van toezicht van de RPO is onverenigbaar met:
- a.
het lidmaatschap van het bestuur van de RPO;
- b.
het lidmaatschap van een orgaan van of een dienstbetrekking bij een publieke media-instelling;
- c.
het lidmaatschap van een orgaan van of een dienstbetrekking bij een commerciële media-instelling;
- d.
het lidmaatschap van een van beide Kamers der Staten-Generaal, een provinciaal bestuur of een gemeentebestuur;
- e.
een dienstbetrekking bij een ministerie of bij een dienst, instelling of bedrijf vallende onder de verantwoordelijkheid van een Minister; en
- f.
het hebben van financiële of andere belangen bij bedrijven of instellingen en het vervullen van nevenfuncties waardoor een goede vervulling van de functie of de handhaving van de onafhankelijkheid van het betrokken lid of van het vertrouwen daarin in het geding kan zijn.
2.
Schorsing en ontslag zijn mogelijk wegens:
- a.
ongeschiktheid;
- b.
disfunctioneren; en
- c.
onverenigbaarheid als bedoeld in het eerste lid.
3.
Ontslag is verder mogelijk op eigen verzoek.
4.
De leden van de raad van toezicht van de RPO ontvangen van de RPO een door Onze Minister vast te stellen vergoeding.