Rb. Den Haag, 20-06-2019, nr. SGR 18/1077
ECLI:NL:RBDHA:2019:9407, Hoger beroep: (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Instantie
Rechtbank Den Haag
- Datum
20-06-2019
- Zaaknummer
SGR 18/1077
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBDHA:2019:9407, Uitspraak, Rechtbank Den Haag, 20‑06‑2019; (Eerste aanleg - meervoudig)
Hoger beroep: ECLI:NL:GHDHA:2022:312, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
Hoger beroep: ECLI:NL:GHDHA:2021:1983
- Vindplaatsen
NLF 2020/0170 met annotatie van
Uitspraak 20‑06‑2019
Inhoudsindicatie
Beroep niet-ontvankelijk aangezien Limited is ontbonden en heropening vereffening niet mogelijk is.
Partij(en)
Rechtbank DEN HAAG
Team belastingrecht
zaaknummer: SGR 18/1077
uitspraak van de meervoudige kamer van 20 juni 2019 in de zaak tussen
[X Ltd.]., eiseres
(gemachtigde: [S]),
en
de inspecteur van de Belastingdienst, verweerder.
Procesverloop
Verweerder heeft aan eiseres voor het jaar 2011 de hierna onder 3 vermelde navorderingsaanslag vennootschapsbelasting opgelegd, alsmede bij beschikking een vergrijpboete opgelegd.
Verweerder heeft bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar van 11 december 2017 de navorderingsaanslag gehandhaafd en de boetebeschikking vernietigd.
Namens eiseres is tegen de uitspraak op bezwaar met betrekking tot de navorderingsaanslag beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Verweerder heeft in aanvulling op zijn verweerschrift een aantal stukken aan de rechtbank toegezonden en daarbij een beroep gedaan op artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Bij beslissing van 21 september 2018 heeft de geheimhoudingskamer van de rechtbank het verzoek van verweerder gedeeltelijk afgewezen en beslist dat verweerder nog een aantal nadere stukken dient in te brengen. Verweerder heeft die stukken alsnog ingediend.
De overige stukken zijn aan verweerder geretourneerd. Eiseres heeft bij brief van 11 oktober 2018 daarop gereageerd. Met dagtekening 23 oktober 2018 is voornoemde beslissing gerectificeerd.
Bij brieven van 12 oktober 2018, 10 januari 2019 en 2 mei 2019 heeft verweerder nadere stukken ingediend.
Eiseres heeft een conclusie van repliek ingediend op 22 oktober 2018 en verweerder heeft op 20 december 2018 een conclusie van dupliek ingediend.
Eiseres heeft op 14 november 2018 een nader stuk ingediend.
Eiseres heeft bij brief van 26 april 2019 nadere stukken en op 8 mei 2019 een pleitnota ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 9 mei 2019. De onderhavige zaak is tegelijkertijd behandeld met de zaken van [B], SGR 18/581,
[A], SGR 18/580 en [H Ltd.], SGR 18/1079. Namens eiseres is verschenen [B], tezamen met [A] en haar gemachtigden […]. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door […].
Overwegingen
Feiten
1. Eiseres is op 14 november 2008 opgericht naar het recht van Guernsey.
[B] was enig aandeelhouder van eiseres. Als eerste bestuurder is benoemd [een trustkantoor], gevestigd op Guernsey. Op 2 december 2008 is daarnaast [B] tot bestuurder benoemd.
2. Op 15 oktober 2012 is eiseres ontbonden.
3. Verweerder heeft met dagtekening 30 december 2016 aan eiseres voor het jaar 2011 een navorderingsaanslag vennootschapsbelasting opgelegd naar een belastbaar bedrag van € 36.260.373 (de navorderingsaanslag), alsmede bij beschikking een vergrijpboete van
€ 9.055.092 (100% van de nagevorderde belasting) opgelegd.
4. Verweerder heeft de vergrijpboete bij de uitspraak op bezwaar vernietigd.
5. Namens eiseres is beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar met betrekking tot de navorderingsaanslag.
Geschil6. In geschil is of de navorderingsaanslag terecht aan eiseres is opgelegd.
Beoordeling van het geschil
7. Het staat vast dat eiseres is ontbonden en dat het op grond van het recht van Guernsey niet (meer) mogelijk is de vereffening te heropenen. Gelet hierop is het beroep dat namens eiseres is ingediend naar het oordeel van de rechtbank niet-ontvankelijk. De rechtbank zal daarom het beroep niet-ontvankelijk verklaren. Aan een inhoudelijke beoordeling van het geschil komt de rechtbank dan niet toe.
Proceskosten
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.E. Postema, voorzitter, en mr. T.A. de Hek enmr. A.D. van Riel, leden, in aanwezigheid van mr. S.R.M. Dekker, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 20 juni 2019.
griffier voorzitter
Afschrift verzonden aan partijen op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na verzending hoger beroep instellen bij het gerechtshof Den Haag (team belastingrecht), Postbus 20302,
2500 EH Den Haag.