NJ 2022/166
Collectieve actie ten behoeve van slachtoffers lozing afval in Ivoorkust. Rechtsmacht Nederlandse rechter (art. 8 onder 1 Verordening Brussel I-bis). Terugwijzing door hof naar rechtbank. Vereisten art. 3:305a BW.
Hof Amsterdam 28-04-2020, ECLI:NL:GHAMS:2020:1250
- Instantie
Hof Amsterdam
- Datum
28 april 2020
- Magistraten
Mrs. P.F.G.T. Hofmeijer-Rutten, G.C.C. Lewin, J.W.M. Tromp
- Zaaknummer
200.246.355/01
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS647907:1
- Vakgebied(en)
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHAMS:2020:1250, Uitspraak, Hof Amsterdam, 28‑04‑2020
ECLI:NL:GHAMS:2020:1157, Uitspraak, Hof Amsterdam, 14‑04‑2020
- Wetingang
Art. 8 Verordening Brussel I-bis; art. 3:305a BW
Essentie
Collectieve actie ten behoeve van slachtoffers lozing afval in Ivoorkust. Rechtsmacht Nederlandse rechter (art. 8 onder 1 Verordening Brussel I-bis). Terugwijzing door hof naar rechtbank. Vereisten art. 3:305a BW.
Samenvatting
Dit arrest betreft een collectieve actie tegen een Nederlandse en een Engelse vennootschap in verband met in Ivoorkust gestorte afvalstoffen en als gevolg daarvan ontstane claims van personenschade. Omdat de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft ter zake van de in Nederland gevestigde BV, heeft zij dat ook ter zake van de in Engeland gevestigde limited. Hoewel Ivoriaans recht de materieelrechtelijke rechtsverhouding beheerst, staat de omstandigheid ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.