Einde inhoudsopgave
Vreemdelingencirculaire 2000 (B)
2.1 Beleidsregels
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2015
- Bronpublicatie:
24-09-2015, Stcrt. 2015, 32191 (uitgifte: 01-10-2015, regelingnummer: WBV2015/14)
- Inwerkingtreding
01-10-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-09-2015, Stcrt. 2015, 32191 (uitgifte: 01-10-2015, regelingnummer: WBV2015/14)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht (V)
Eergerelateerd geweld
De IND verleent op grond van artikel 3.48, eerste lid, aanhef en onder e, Vb een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd aan een slachtoffer van eergerelateerd geweld als aan alle volgende voorwaarden is voldaan:
- 1.
er is sprake van een dreiging met eergerelateerd geweld in Nederland én in het land van herkomst;
- 2.
er is een reële dreiging die niet op korte termijn kan worden weggenomen;
- 3.
de wijze waarop uiting kan worden gegeven aan het eergerelateerd geweld is voldoende ernstig; en
- 4.
de vreemdeling komt niet op enige andere grond dan in deze paragraaf genoemd in aanmerking voor een verblijfsvergunning.
Ad 1. en 2.
De IND verleent de verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd als uit het deskundigenadvies van het Landelijk Expertisecentrum Eergerelateerd Geweld voor de Nederlandse politie (LEC EGG) blijkt dat sprake is van een reële en langdurige dreiging van eergerelateerd geweld in Nederland. Het LEC EGG betrekt in haar advies in ieder geval de mogelijkheid om de dreiging af te wenden.
Naast dreiging in Nederland moet ook in het land van herkomst van het slachtoffer dreiging aanwezig zijn. Het slachtoffer moet in dit kader aannemelijk maken of:
- •
familieleden in het land van herkomst wonen;
- •
welke familieleden dat zijn; en
- •
waar deze familieleden woonachtig zijn.
Ad 3.
De IND verstaat onder een voldoende ernstige uiting van eergerelateerd geweld in ieder geval:
- •
levensbedreigende delicten gericht tegen het slachtoffer of zijn kinderen, waaronder ook wordt begrepen het aanzetten tot zelfmoord, waartegen het slachtoffer geen weerstand kan bieden;
- •
andere strafbare feiten, gericht tegen het slachtoffer of zijn kinderen, zoals verminking, mishandeling of wederrechtelijke vrijheidsberoving;
- •
verstoting, met als gevolg dat het slachtoffer zich niet zelfstandig kan handhaven in het land van herkomst;
- •
kinderontvoering; of
- •
als het geweld leidt tot schrijnende omstandigheden, zoals gedwongen scheiding tussen ouder en kind of een gedwongen uithuwelijking.
Huiselijk geweld
De IND verleent op grond van artikel 3.48, eerste lid, aanhef en onder f, Vb een verblijfsvergunning aan een slachtoffer van huiselijk geweld als aan alle volgende voorwaarden is voldaan:
- 1.
er is sprake van (een reële dreiging van) huiselijk geweld;
- 2.
het huiselijk geweld heeft geleid tot verbreking van de (huwelijks)relatie;
- 3.
het huiselijk geweld heeft geen relatie met eer(wraak);
- 4.
het slachtoffer kan zich niet onttrekken aan het huiselijk geweld door vestiging in het land van herkomst; en
- 5.
het slachtoffer komt niet op enige andere grond dan in deze paragraaf genoemd in aanmerking voor een verblijfsvergunning.
Ad 2.
Hierbij is niet van belang wie tot verbreking van de (huwelijks)relatie heeft besloten.
Uitsluitend bij minderjarige slachtoffers is het in verband met de leeftijd niet noodzakelijk dat de gezinsband is verbroken.
Ad 4.
De vreemdeling moet aannemelijk maken dat hij zich niet aan het geweld kan onttrekken als hij zich zou vestigen in het land van herkomst. Naast geweld of dreiging van geweld in Nederland moet ook in het land van herkomst dreiging aanwezig zijn. De vreemdeling moet aannemelijk maken dat van de kant van de familieleden die in het land van herkomst wonen, dreiging voor betrokkene uitgaat.