Einde inhoudsopgave
Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Argentinië tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en naar het vermogen
Artikel 12 Interest
Geldend
Geldend vanaf 11-02-1998
- Redactionele toelichting
De inwerkingtreding is tevens gepubliceerd in Maandbericht van februari 1998.
- Bronpublicatie:
27-12-1996, Trb. 1997, 63 (uitgifte: 05-03-1997, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
11-02-1998
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-03-1998, Trb. 1998, 79 (uitgifte: 01-01-1998, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Internationaal belastingrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Voorkoming van dubbele belasting
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
1.
Interest afkomstig uit een Verdragsluitende Staat en betaald aan een inwoner van de andere Verdragsluitende Staat, mag in die andere Staat worden belast.
2.
Deze interest mag echter ook in de Verdragsluitende Staat waaruit zij afkomstig is, overeenkomstig de wetgeving van die Staat worden belast, maar indien de genieter de uiteindelijk gerechtigde tot de interest is, mag de aldus geheven belasting 12 percent van het brutobedrag van de interest niet overschrijden.
3.
Niettegenstaande de bepalingen van het tweede lid, is interest afkomstig uit een Verdragsluitende Staat vrijgesteld van belasting in die Staat indien:
- a.
de betaler van de interest de Staat zelf is, of een staatkundig onderdeel of een plaatselijk publiekrechtelijk lichaam daarvan, of de centrale bank van die Staat, of
- b.
de interest wordt betaald aan de andere Verdragsluitende Staat of een staatkundig onderdeel of een plaatselijk publiekrechtelijk lichaam daarvan, of aan een instelling (waaronder begrepen financiële instellingen) die eigendom is van of wordt beheerst door die Verdragsluitende Staat of aan een van zijn plaatselijke overheden, of
- c.
de interest wordt betaald aan andere instellingen ter zake van leningen op voordelige voorwaarden, met een looptijd van drie jaar of meer, gegarandeerd of verzekerd door de Regering van de andere Verdragsluitende Staat, de centrale bank van de andere Verdragsluitende Staat of door enig agentschap dat of enige instantie (waaronder begrepen een financiële instelling) die eigendom is van of wordt beheerst door de Regering van de andere Verdragsluitende Staat, of
- d.
de interest wordt betaald in verband met de import van machinerie, of industriële, commerciële of wetenschappelijke uitrusting.
4.
De bepalingen van het derde lid, onderdeel c), zijn in ieder geval van toepassing, in het geval van Nederland, op de Nederlandse Financieringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden NV en de Nederlandse Investeringsbank voor Ontwikkelingslanden NV en, in het geval van Argentinië, op de Banco de la Nación Argentina en de Banco de la Provincia de Buenos Aires. De bevoegde autoriteiten kunnen in onderling overleg andere agentschappen of instanties aanwijzen waarop deze bepalingen in elk geval van toepassing zijn.
5.
De bevoegde autoriteiten van de Verdragsluitende Staten regelen in onderlinge overeenstemming de wijze van toepassing van het tweede en het derde lid.
6.
De uitdrukking ‘interest’, zoals gebezigd in dit artikel, betekent inkomsten uit schuldvorderingen van welke aard ook, al dan niet verzekerd door hypotheek en al dan niet aanspraak gevend op een aandeel in de winst van de schuldenaar, en in het bijzonder inkomsten uit overheidsleningen en inkomsten uit obligaties of schuldbewijzen, daaronder begrepen de aan zodanige leningen, obligaties of schuldbewijzen verbonden premies en prijzen. In rekening gebrachte boete voor te late betaling wordt voor de toepassing van dit artikel niet als interest aangemerkt.
7.
De bepalingen van het eerste, tweede en derde lid zijn niet van toepassing indien de uiteindelijk gerechtigde tot de interest, die inwoner is van een Verdragsluitende Staat, in de andere Verdragsluitende Staat waaruit de interest afkomstig is, een bedrijf uitoefent door middel van een aldaar gevestigde vaste inrichting, of in die andere Staat zelfstandige arbeid verricht vanuit een aldaar gevestigd vast middelpunt, en de vordering uit hoofde waarvan de interest wordt betaald, tot het bedrijfsvermogen van die vaste inrichting of tot het beroepsvermogen van dat vaste middelpunt behoort. In dat geval zijn, naar gelang van het geval, de bepalingen van artikel 7 of artikel 15 van toepassing.
8.
Interest wordt geacht uit een Verdragsluitende Staat afkomstig te zijn, indien deze wordt betaald door die Staat zelf, door een staatkundig onderdeel, door een plaatselijk publiekrechtelijk lichaam of door een inwoner van die Staat. Indien evenwel de persoon die de interest betaalt, of hij inwoner van een Verdragsluitende Staat is of niet, in een Verdragsluitende Staat een vaste inrichting of een vast middelpunt heeft, waarvoor de schuld ter zake waarvan de interest wordt betaald, was aangegaan, en deze interest ten laste komt van die vaste inrichting of van dat vaste middelpunt, wordt deze interest geacht afkomstig te zijn uit de Staat waar de vaste inrichting of het vaste middelpunt is gevestigd.
9.
Indien, ten gevolge van een bijzondere verhouding tussen de schuldenaar en de uiteindelijk gerechtigde of tussen hen beiden en een derde, het bedrag van de betaalde interest, gelet op de schuldvordering ter zake waarvan deze wordt betaald, hoger is dan het bedrag dat zonder zulk een verhouding door de schuldenaar en de uiteindelijke gerechtigde zou zijn overeengekomen, vinden de bepalingen van dit artikel slechts op het laatstbedoelde bedrag toepassing. In dat geval blijft het daarboven uitgaande deel van het betaalde bedrag belastbaar overeenkomstig de wetgeving van elke Verdragsluitende Staat, zulks met inachtneming van de overige bepalingen van dit Verdrag.