JOR 2015/8
Kredietovereenkomst, beëindiging, rechtsgeldigheid, redelijkheid en billijkheid
HR 10-10-2014, ECLI:NL:HR:2014:2929 (ING/De Keijzer Beheer)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 oktober 2014
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, C.A. Streefkerk, C.E. Drion, G. Snijders en G. de Groot
- Zaaknummer
13/02588
- Roepnaam
ING/De Keijzer Beheer
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht (V)
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:2929, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑10‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:674, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑06‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 13‑05‑2013
- Wetingang
Art. 6:248 BW
Essentie
Hof heeft rechtsgeldigheid opzegging kredietovereenkomst aan de hand van juiste maatstaven beoordeeld
Samenvatting
ING Bank NV (eiseres, hierna: ING) heeft in 1997 aan verweersters een kredietfaciliteit, bestaande uit een rekening-courantkrediet en twee rentevaste leningen, verstrekt. Ingevolge de Algemene Bepalingen van Kredietverlening (hierna: ABK) eindigt de kredietfaciliteit automatisch en worden alle verschuldigde bedragen onmiddellijk opeisbaar indien de kredietnemer enige verplichting niet tijdig of niet behoorlijk nakomt en wordt de kredietnemer een vergoeding wegens vervroegd aflossen verschuldigd. Bij brief van 18 juni 2009 heeft ING verweersters geïnformeerd over haar besluit om de kredietrelatie te beëindigen vanwege (onder meer) het niet nakomen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.