RvdW 2009, 813
Aanhouding verdachte na afluisteren telefoongesprek met zijn raadsman; niet-ontvankelijkheid OM onvoldoende gemotiveerd.
HR 16-06-2009, ECLI:NL:HR:2009:BH2678
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
16 juni 2009
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, B.C. de Savornin Lohman, W.M.E. Thomassen, H.A.G. Splinter-van Kan, M.A. Loth
- Zaaknummer
01858/07
- Conclusie
wnd. A-G Bleichrodt
- LJN
BH2678
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BH2678, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 16‑06‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BH2678, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑02‑2009
- Wetingang
Sv art. 126aa, 126m, 218, 359a; Besluit bewaren en vernietigen niet-gevoegde stukken art. 4
Essentie
1. Art. 126m Sv ziet ook op het (direct) afluisteren van telefoongesprekken. Ook (direct) afgeluisterde telefonische mededelingen die door of aan een advocaat in diens hoedanigheid zijn gedaan, kunnen niet in het strafproces worden gebruikt. Het Hof kon het telefoongesprek waarin de verdachte een afspraak maakte voor een bespreking aanmerken als een gesprek dat mededelingen bevatte aan een verschoningsgerechtigde als bedoeld in art. 218 Sv
2. Oordeel dat de omstandigheid dat de politie ten onrechte gebruik heeft gemaakt van de door afluisteren van een gesprek van verdachte met zijn raadsman verkregen informatie omtrent ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.