AB 2010/209
Het verschuldigde griffierecht. Tweede termijn. Uniforme toepassing.
ABRvS 16-07-2010, ECLI:NL:RVS:2010:BN2122, m.nt. R. Ortlep
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
16 juli 2010
- Magistraten
Mrs. J.E.M. Polak, Th.G. Drupsteen, D.A.C. Slump
- Zaaknummer
200908650/3/H3
- Noot
R. Ortlep
- LJN
BN2122
- JCDI
JCDI:ADS874643:1
- Vakgebied(en)
Ruimtelijk bestuursrecht (V)
Bestuursprocesrecht / Beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2010:BN2122, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 16‑07‑2010
- Wetingang
Awb art. 8:41
Essentie
Het verschuldigde griffierecht. Tweede termijn. Uniforme toepassing.
Samenvatting
Anders dan X betoogt, volgt uit artikel 6 gelezen in samenhang met artikel 9 van de Procesregeling bestuursrechterlijke colleges 2006 (hierna: de procesregeling) niet dat nog een tweede brief moet worden gestuurd wanneer het griffierecht niet binnen de in de aangetekend verzonden brief gestelde termijn van vier weken is voldaan.
De Afdeling is van oordeel dat in dit geval redelijkerwijs niet geoordeeld kan worden dat X in verzuim is geweest. Hiertoe wordt overwogen dat zowel het College van Beroep voor het bedrijfsleven als de Centrale Raad ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.