NJB 2011, 462
Uitleg testament. Maatstaf. Overgangsrecht.
HR 18-02-2011, ECLI:NL:HR:2011:BO9581
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
18 februari 2011
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, E.J. Numann, J.C. van Oven, W.D.H. Asser en C.E. Drion
- Zaaknummer
09/01393
- Conclusie
plv. P-G mr. C.L. de Vries Lentsch-Kostense
- LJN
BO9581
- Vakgebied(en)
Erfrecht / Testamenten
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BO9581, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 18‑02‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BO9581, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑12‑2010
Beroepschrift, Hoge Raad, 30‑03‑2009
- Wetingang
art. 4:46 BW; art. 4:1167 en 4:1169 (oud) BW; Overgangswet Nieuwart. 68a BW
Essentie
Een erflater heeft twee kinderen uit zijn eerste huwelijk en vijf kinderen uit zijn tweede huwelijk. Tijdens het tweede huwelijk maakt hij een testament op waarin sprake is van ‘mijn kinderen’. HR: Nu de erflater na 1 januari 2003 is overleden, had het hof bij de uitleg van het testament te letten op de verhoudingen die de uiterste wil kennelijk wenst te regelen en op de omstandigheden waaronder de uiterste wil is gemaakt. Gelet daarop moet aangenomen worden dat de erflater uitsluitend heeft gedoeld op zijn kinderen uit het tweede huwelijk. De Hoge Raad doet zelf de zaak af. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.